• november 20, 2017
  • 5 views
Kwart Nederlanders controleert koolmonoxidemelder niet

Een kwart van de Nederlanders die een koolmonoxidemelder heeft, controleert niet of deze nog functioneert. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Winterklaar’ dat werd uitgevoerd in opdracht van installateur Feenstra. 20% van de ondervraagden kampte met lekkage omdat de dakgoten niet waren schoongemaakt. “Opvallend is dat bewoners boven de 65 jaar zorgvuldiger omgaan met het winterklaar maken van het huis”, vertelt Ernie van Dalen, directeur bij Feenstra.

Van Dalen: “6% vergeet wel eens de buitenkraan af te sluiten waardoor deze door de vorst knapt. Gelukkig sluit 86% wel de buitenleiding af voordat het gaat vriezen. Daarentegen controleert maar 37% of alle dakpannen nog goed liggen. Een stevige wind heeft aan één losse pan genoeg om een deel van het dak mee te nemen.”

Voor de gezondheid is behalve het controleren van de koolmonixidemeters ook het schoonmaken van de ventilatieroosters belangrijk, stelt Van Dalen. “Toch doet 38% dat niet. Dit kan leiden tot slechte ventilatie. Daardoor wordt de lucht vochtig en loop je kans op schimmel. Bovendien is vochtige lucht moeilijker te verwarmen, dus de energierekening gaat ook omhoog.”

Positief vindt hij dat 88% voor het koude seizoen controleert of er nog voldoende druk op de ketel staat. “66% ontlucht de radiator. Als je de verwarming voor het eerst flink opstookt, kun je. 59% maakt de radiatoren schoon om nare geurtjes te voorkomen die je krijgt van al het stof dat er op zit.”

  • november 3, 2017
  • 6 views
Keukenbrand na inschattingsfout installateur

Een inschattingsfout van een installateur zorgde in het Limburgse Vlodrop voor een keukenbrand. De installateur had bij het plaatsen van een keuken ook een aantal gasleidingen omgelegd, meldt De Limburger. Bij het testen daarvan ging het mis. Een deel van de keuken vloog in brand. De brandweer meldde in eerste instantie dat de brand zou zijn ontstaan omdat iemand de gasleiding met een aansteker had gecontroleerd. Maar dat was volgens de bewoner niet waar.

  • oktober 18, 2017
  • 6 views
Wat doet een brandveiligheidssysteem precies?

Unica en G4S bouwen in Ede een Firesafety Experience Center. Medewerkers in de zorg en veiligheid kunnen hier ervaren wat een brandveiligheidssysteem precies doet. De eerste training in het Experience Center vindt plaats op 22 november. Lees meer

  • oktober 17, 2017
  • 6 views
Brandveilig Bouwen Nederland start werkgroep voor rook- en warmteafvoer

Brandveilig Bouwen Nederland (BBN) is uitgebreid met een nieuwe productwerkgroep Rook- en WarmteAfvoer (RWA). Een rook- en warmteafvoerinstallatie wordt toegepast om in geval van een brand de vrijgekomen rook en hitte uit het gebouw te onttrekken en/of weg te ventileren. Hierdoor hebben aanwezige personen meer tijd het gebouw te ontvluchten en biedt het de brandweer zicht op de brandhaard. Ook wordt hierdoor het flashover moment uitgesteld of zelfs afgesteld, is een effectieve inzet mogelijk en wordt de schade beperkt. Lees meer

  • september 5, 2017
  • 6 views
Installatiewereld heeft te weinig aandacht voor gevaar in koudwaterleidingen

Ondanks alle voorschriften die de laatste jaren zijn opgesteld, stijgt het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland besmet raakt met Legionella. Steeds vaker vindt men de bron van de besmetting in de koudwaterleidingen. Door een verkeerd ontwerp kan koud drinkwater tot gevaarlijke temperaturen opwarmen. In veel gevallen ligt de oorzaak al bij het ontwerp of de bouw van een gebouw. Dit blijkt uit onderzoek van ISSO, kennisinstituut voor installatietechniek, uitgevoerd door Integron. Volgens het instituut zijn meer besmettingen te voorkomen, wanneer ontwerpers, bouwbedrijven, installateurs en beheerders van risicovolle installaties de bestaande wet- en regelgeving voor legionellapreventie naleven.

Cijfermatig is legionella een zeer serieus gevaar, bijna even groot als brand en gevaarlijker dan koolmonoxidevergiftiging. Het aantal doden ligt met 20 tot 30 sterfgevallen per jaar hoger dan het aantal mensen dat overlijdt door koolmonoxidevergiftiging. Vorig jaar raakten 324 mensen besmet met de legionellabacterie, tegenover 273 slachtoffers in 2015. Dat blijkt uit cijfers van het RIVM.

Besmetting onnodig
Volgens ISSO zijn meer besmettingen te voorkomen, wanneer ontwerpers, bouwbedrijven, installateurs en beheerders van risicovolle installaties de bestaande wet- en regelgeving voor legionellapreventie naleven. Uit het onderzoek blijkt dat maar liefst driekwart van alle gebouwen die in Nederland als risicovol worden bestempeld, op een bepaald moment een legionellabesmetting in de installaties heeft. ISSO is van mening dat de bouw- en installatiesector nog altijd onvoldoende aandacht heeft voor het voldoen aan de praktijkrichtlijnen voor veilige aanleg en beheer van leidingwaterinstallaties.

Te weinig aandacht voor koudwaterinstallaties
Uit het onderzoek komt naar voren dat waterinstallaties met koud water opvallend vaker met legionella besmet raken dan warmwaterinstallaties (respectievelijk 88% en 29%). Dat is opvallend, aangezien de juiste groeitemperatuur van de legionellabacterie tussen de 25 en 50 °C ligt. Zowel installateurs als adviseurs hebben jarenlang hun aandacht vooral gericht op warmwaterinstallaties. Dat Legionella toch welig tiert in koudwaterleidingen komt door ongewenste opwarming van koud water. Dit gebeurt wanneer leidingen door warme leidingschachten lopen of te dicht naast verwarmingsleidingen liggen. Dit probleem wordt vaak al in het ontwerp gecreëerd.

Samenwerking in de bouwkolom moet beter
Het onderzoek laat ook zien dat veel installateurs en adviseurs in de beheer en onderhoudsfase vaak voor voldongen feiten staan. Daardoor kunnen zij geen optimale situatie creëren. Installateurs komen vaak een gebouwontwerp tegen dat bijvoorbeeld geen aparte leidingschachten toestaat of betonnen vloeren waarin onvoldoende aandacht is om koud- en warmwaterleidingen ver genoeg uit elkaar te leggen. Conclusie is dat de hele kolom, van ontwerper tot installateur en adviseur, zich actief moet inspannen om een gebouw zonder ‘hotspots’ te realiseren.

Maatregelen
Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten pleit ISSO voor betere en praktische informatievoorziening via een online informatieplatform. Daar kunnen adviseurs, ontwerpers, aannemers, gebouweigenaren en installateurs terecht voor informatie over legionellapreventie. ISSO wil daarnaast, liefst in samenwerking met brancheorganisaties zoals Bouwend Nederland en de overheid, ervoor zorgen dat gebouwen al in de ontwerpfase ‘legionellaproof’ zijn. Andere maatregelen die volgens het kennisinstituut voor installatietechniek kunnen bijdragen aan preventie van de bacterie zijn voorlichting aan gebouweigenaren en een database met foutmeldingen en best practices op het gebied van legionella. Het rapport met de resultaten is na te lezen via www.isso.nl.    

 

  • augustus 14, 2017
  • 7 views
Herziene NEN 6090 voor bepaling vuurbelasting gepubliceerd

NEN heeft de herziene norm NEN 6090 ‘Bepaling van de vuurbelasting’ gepubliceerd. De norm is herzien omdat de vorige versie uit 2006 verouderd was en door nieuwe ontwikkelingen niet genoeg informatie meer bood. Belangrijkste wijziging is dat er nu onderscheid wordt gemaakt tussen permanente vuurbelasting en variabele vuurbelasting.

Methode
NEN 6090 geeft voorts een methode voor de experimentele bepaling van de netto-verbrandingswaarde van materialen. Indien wordt afgezien van deze bepaling, kunnen ook de waarden worden gebruikt volgens de informatieve bijlagen B en C van deze norm.

Bouwbesluit 2012
Met de herziening is de terminologie van NEN 6090 in lijn gebracht met die van het Bouwbesluit 2012. Daarnaast is de informatieve bijlage B uit 2006 vervangen door een nieuwe bijlage met kentallen voor het bepalen van de permanente vuurbelasting. Bovendien is in de informatieve bijlage D een voorbeeldberekening opgenomen van de permanente vuurbelasting van een kantoorgebouw, waarbij gebruik wordt gemaakt van bijlage B. Tot slot is een bibliografie toegevoegd.

  • juli 25, 2017
  • 6 views
Aanstaande erkenningsregelingen kort toegelicht

Er verschijnt momenteel berichtgeving in verschillende media over de op handen zijnde erkenningsregeling voor de branche. Daar blijkt vervolgens nogal wat misverstand over te bestaan. Het gaat in feite om twee ontwikkelingen: een erkenningsregeling voor alle installatievakgebieden en een regeling die alleen betrekking heeft op gasverbrandingsinstallaties (wettelijke regeling). Lees hierna de uitleg bij beide regelingen.

Privaatrechtelijke regelingen
Er is door Sterkin en KvINL een nieuwe, zwaardere concept-erkenningsregeling gepubliceerd voor meerdere installatievakgebieden. Het gaat hier om een privaatrechtelijke regeling die straks mogelijk onderdeel kan worden van de lidmaatschapseisen van Uneto-VNI. Wat betreft de privaatrechtelijke regelingen kunnen de kwaliteitsorganisaties straks berispen, schorsen en erkenningen intrekken.

Wettelijke regeling
Naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar ongelukken met koolmonoxide loopt momenteel een traject in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken om te komen tot een zwaardere, wettelijke erkenningsregeling voor cv-installaties. Komend najaar stelt het ministerie van Binnenlandse Zaken de randvoorwaarden vast voor deze wettelijke regeling, die alléén betrekking heeft op werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties. Het is mogelijk dat de conceptregeling die Sterkin en KvINL nu hebben gepubliceerd, nog aan die randvoorwaarden moet worden aangepast.

Als de wettelijke regeling van kracht wordt (streven is vanaf 1 januari 2019) dan moeten alle installatiebedrijven die werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties verrichten aan de zwaardere, wettelijke eisen voldoen. Doen ze dat niet, dan zijn ze in overtreding.

  • juli 25, 2017
  • 6 views
Erkenningsregeling voor installateurs houdt branche in greep

Zoals gisteren gemeld op deze site hebben KvINL en Sterkin aan alle erkende installateurs een bericht gestuurd over een nieuwe erkenningsregeling voor alle installatievakgebieden. Komend najaar stelt het ministerie van Binnenlandse Zaken de randvoorwaarden vast voor een wettelijke regeling, die alléén betrekking heeft op werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties. Het is mogelijk dat de conceptregeling die Sterkin en KvINL nu hebben gepubliceerd, nog aan die randvoorwaarden moet worden aangepast. Dit meldt branchevereniging Uneto-VNI vanmorgen in een persbericht.

Eind 2015 liet een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zien dat er te veel ongelukken gebeuren met cv-installaties. De huidige erkenningsregelingen blijken geen waarborg voor kwaliteit en veiligheid.

De erkenningsregeling waaraan KvINL en Sterkin werken, stelt zwaardere eisen aan het installatiebedrijf en aan de opleiding en bijscholing van monteurs. Voor het aanleggen, onderhouden en repareren van cv-installaties is de opzet in grote lijnen vergelijkbaar met de eisen die gelden voor installateurs met het OK CV kwaliteitslabel.

Uneto-VNI werkt ook aan een nieuwe erkenningsregeling, in nauw overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en de kwaliteitsorganisaties. De branchevereniging, zo staat in het persbericht, streeft daarbij naar een regeling die zorgt voor veiliger cv-installaties, zo min mogelijk administratieve rompslomp en werkbaar is voor alle ondernemingen, van grootbedrijf tot eenmanszaak.

Zodra er meer duidelijk is over de wettelijke erkenningsregeling brengt Uneto-VNI de leden schriftelijk én tijdens ledenbijeenkomsten op de hoogte. Bovendien ondersteunt de brancheorganisatie de leden en hun monteurs om straks aan de nieuwe (vakbekwaamheids)eisen te voldoen.

Lees hier de concept-erkenningsregeling.

 

  • juli 24, 2017
  • 4 views
KvINL en Sterkin leggen beoogde erkenningsregeling ter kritiek aan branche voor

KvINL en Sterkin gaan gezamenlijk een erkenningsregeling introduceren die beter moet voorzien in de eisen van opdrachtgevers. De conceptversie van deze zogeheten erkenningsregeling 2.0 is nu ter kritiek aan de branche aangeboden. Belanghebbenden en installatiebedrijven kunnen tot 8 september reageren op dit concept. Vanaf 1 januari 2019 moeten alle installatiebedrijven en monteurs die zich bezighouden met het installeren en onderhouden van cv-installaties voldoen aan een wettelijke erkenning en daarmee aan minimale eisen voor vakbekwaamheid en (bij)scholing.

De beide stichtingen, verantwoordelijk voor kwaliteitsregelingen en -verbetering in de installatiebranche, zijn van mening dat zij met een aanscherping van de bestaande regelingen de kwaliteit en de veiligheid van cv-installaties aanzienlijk beter kunnen borgen. De bestaande erkenningsregelingen zijn met name gebaseerd op opleiding en kennis van de zgn technisch beheerder, ofwel de werkverantwoordelijke binnen het installatiebedrijf. De concept erkenningsregeling 2.0 is nadrukkelijk gericht op het beheersen van de risico’s bij het ontwerp, de aanleg en het beheer en het onderhoud van voorzieningen in woningen en woongebouwen.

Deze versie geeft het raamwerk voor een zwaarder niveau van toekomstige KvINL & Sterkin erkenningsregelingen. De specifieke eisen per techniekgebied zullen in een later stadium worden toegevoegd in de bijlagen. Aspecten die onder andere aan de orde komen zijn kwalitatieve eisen met betrekking tot:

-opleiding en bijscholing betrokken verantwoordelijke medewerkers;
-beschikking over voorgeschreven en onderhouden outillage (normen en gereedschappen);
-het uitvoeren van werkzaamheden overeenkomstig wetgeving, normen en overige van toepassing zijn voorschriften;
-systeem van aanwijsbeleid en interne controles;
-het documenteren van de eigen controle van werkzaamheden, en de installatie.

De kritiekversie erkenningsregeling 2.0 is hier te downloaden.

KvINL is ontstaan uit de fusie van KBI (Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector) en SEI (Stichting Erkenning Installatiebedrijven) en is opgericht voor de kwaliteitsborging binnen de Installatiesector. Opdrachtgevers, aanbieders en overheden werken binnen KvINL samen aan een gegarandeerd kwaliteitsniveau van producten, processen en diensten in de installatiesector. Installatiebedrijven kunnen bij KvINL terecht voor het voldoen aan erkenningen en certificeringsregelingen.

De doelstelling van Stichting Sterkin is het bevorderen van de aanleg van veilige installaties. Hiertoe voert Sterkin een aantal erkenningsregelingen voor de installatiebranche uit en verzorgt ze voorlichting aan installateurs. Het voeren van erkenningsregelingen was een taak die vroeger bij de energiebedrijven was ondergebracht. In 2003 hebben deze bedrijven dit overgedragen aan de onafhankelijke stichting Sterkin.

  • juli 14, 2017
  • 6 views
Recordaantal legionellabesmettingen in 2016

In 2016 is een recordaantal legionellabesmettingen in ons land geconstateerd, meldt het RIVM in een rapport. Het ging om 342 mensen, tegen 273 in 2015 en 214 in 2014. Inclusief Nederlanders die in het buitenland besmet raakten, werden in 2016 464 mensen besmet met Legionella. In 2010 was het totaal aantal besmettingen met 473 iets hoger, maar toen liepen meer Nederlanders de bacterie in het buitenland op.

Voor 2010 was er volgens het RIVM een aanwijsbare oorzaak voor het hoge aantal besmettingen. De zomer was nat en warm, wat ideale omstandigheden zijn voor de legionellabacterie. In 2016 was die oorzaak er niet. Er waren meer kleine uitbraken, waarbij de bron van de besmetting niet kon worden vastgesteld. In mei en juni waren de uitbraken toe te schrijven aan de vele regen die in de weken daarvoor was gevallen, maar bij de andere pieken was de oorzaak onduidelijk.

De methode om een legionellabesmetting te ontdekken, is vorig jaar iets verbeterd, maar volgens het RIVM kan dat niet als enige de toename verklaren.

De voorlopige cijfers van 2017 zijn tot nu toe op of boven het gemiddelde.