- december 2, 2021
- 146 views
Gescheiden boren naar aardwarmte en drinkwater
Klimaatverandering, een groeiende drinkwatervraag en bedreigingen van drinkwaterbronnen zorgen ervoor dat aanvullende grondwatervoorraden aangewezen moeten worden voor de drinkwatervoorziening. Mijnbouwactiviteiten zoals boren naar aardwarmte (geothermie) kunnen een risico vormen voor grondwater voor de drinkwatervoorziening. Uitgangspunt moet daarom zijn dat zij ruimtelijk van elkaar worden gescheiden. De provincies en drinkwaterbedrijven roepen het Rijk daarom op te zorgen voor een goede bescherming van de toekomstige voorraden voor ons drinkwater.
Provincies en drinkwaterbedrijven hebben een verkenning Robuuste drinkwatervoorziening opgesteld. Doel hiervan is de toekomstige drinkwatervoorziening veiligstellen. Hiertoe zijn aanvullende grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening aangewezen en zorgen we voor voldoende beschikbaarheid van drinkwater. De drinkwatervraag kan tot 2040 met gemiddeld 30% stijgen maar de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief goed water voor drinkwater is niet vanzelfsprekend.
Ook de energietransitie heeft ruimte nodig in de ondergrond. Door middel van geothermie wordt warmte van diep in de aarde gebruikt voor de verwarming van huizen, kassen of industrie. Boren voor mijnbouw, waaronder geothermie, kan risico’s opleveren voor het grondwater. Bij deze aanwijzing van grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening is daar zorgvuldig rekening mee gehouden.
Mijnbouw en drinkwatervoorziening náást elkaar
Functiescheiding tussen mijnbouw en drinkwater is van belang voor de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV's). Uitgangspunt moet zijn dat het Rijk dit dient te respecteren bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Dat is het advies van provincies en drinkwaterbedrijven in de verkenning Robuuste drinkwatervoorziening. Bij de aanwijzing van de ASV’s is rekening gehouden met bestaand gebruik van de gebieden en nieuwe ontwikkelingen als geothermie. Hiermee is zorgvuldig beoordeeld hoeveel en waar extra reserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening nodig zijn en welk beschermingsbeleid daarbij gewenst is.
Jelle Hannema, directievoorzitter Vitens en voorzitter stuurgroep Bodem & Infrastructuur Vewin: “Voor een goede bescherming van de ASV’s en het veiligstellen van de drinkwatervoorziening op lange termijn moet functiescheiding ook gelden bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Daarom vragen we het Rijk uitsluiting van mijnbouw in de toekomstige voorraadgebieden voor de drinkwatervoorziening op te nemen in de Mijnbouwwet. Mijnbouw en drinkwaterproductie kunnen náást elkaar plaatsvinden, sámen gaat niet.”
‘Beschermen om te blijven’
Jeannette Baljeu, gedeputeerde provincie Zuid-Holland en lid van de gezamenlijke provincies in de Stuurgroep water: “Provincies zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende drinkwaterbronnen van voldoende kwaliteit. De bevolkingsgroei en toename van drinkwatergebruik vergroten de vraag naar voldoende zoetwaterbronnen. Dit verhoogt het belang tot bescherming van bestaande en gereserveerde drinkwaterbronnen vanuit het principe `beschermen om te blijven’. Provincies erkennen ook het belang van geothermie voor de energietransitie. En staan open voor mogelijkheden van maatwerk die beide belangen ten goede komen. Uitgangspunt voor de provincies blijft daarbij wel de ruimtelijke scheiding van deze functies.”
Vermijd risico’s op onomkeerbare schade
Grondwater is een belangrijke bron voor ons drinkwater. Ongeveer 60% van het drinkwater in Nederland wordt van grondwater gemaakt. Gebruik van de diepe ondergrond door geothermie vormt een risico voor de kwaliteit van deze grondwaterbronnen. De verwachting is dat de komende decennia het aantal geothermieprojecten toeneemt vanwege de energietransitie. Wanneer grondwater eenmaal vervuild raakt, kan het voor altijd onbruikbaar worden voor de drinkwaterproductie. Vanuit het voorzorgsbeginsel – ook de Structuurvisie Ondergrond sluit elk risico zoveel mogelijk uit – is een goede bescherming van de grondwatervoorraden van groot belang.
Drinkwaterbehoefte in de toekomst
Het rapport is een uitwerking van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Hierin heeft het Rijk aan provincies en drinkwaterbedrijven gevraagd aan te geven waar aanvullende grondwaterreserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening noodzakelijk zijn. En wat daarvoor het beschermingsbeleid moet zijn. In het rapport is per provincie uitgewerkt hoe groot de extra drinkwaterbehoefte is richting 2040/2050 en hoe daarin kan worden voorzien. Deels gebeurt dit door Aanvullende Strategische Voorraden aan te wijzen. Ook wordt gekeken hoe de drinkwatervraag te verminderen via waterbesparing en een passender gebruik van drinkwater.
“Er is sprake van een groeiende drinkwatervraag. Klimaatverandering zorgt voor toenemende droogte en we zien dat bronnen voor drinkwater vervuild zijn. We willen Nederland in de toekomst ook van goed en voldoende drinkwater voorzien. Maar dat betekent wel dat we zuinig om moeten gaan met de bronnen die we hebben deze goed moeten beschermen. Onnodig risico’s nemen is daarbij geen optie!” aldus Hannema.
Eindrapportage Verkenning Robuuste Drinkwatervoorziening 2040
[pt_view id="6769bb6u3f"]
- oktober 29, 2021
- 129 views
Twee dagen internationale aandacht voor warmtepompen
Deze week namen 260 experts uit 26 landen deel aan de zevende European Heat Pump Summit. Samen met 34 sprekers bespraken ze de actualiteit op het gebied van warmtepompen, variërend van innovatieve technologieën, toepassingen en koudemiddelen tot het gebruik van hybride systemen en hogetemperatuurwarmtepompen. Verder presenteerden 16 bedrijven en verenigingen hun diensten en productinnovaties aan het aanwezige vakpubliek. De conferentie werd aangevuld met digitale componenten, zoals een livestream en chatfuncties.
Bezoekers van over de hele wereld kregen 34 gevarieerde presentaties voorgeschoteld, verdeeld over de vier hoofdthema's: marktontwikkelingen, R&D, ontwikkeling van componenten en warmtepomptoepassingen. Hoogtepunten van het programma waren het rapport over de warmtepompconferentie in Zuid-Korea in april 2021; markt- en energiebeleidsontwikkelingen (Duits en internationaal); afgerond, lopend en gepland onderzoek naar technologie en toepassingen; de laatste ontwikkelingen van industriële bedrijven en onderzoekscentra; hybride systemen; hoge temperatuurwarmtepompen en speciale toepassingen in industrie en commercie met specifieke voorbeelden uit de praktijk. Alle presentaties werden ook als livestream online uitgezonden en blijven tot en met 5 november 2021 online beschikbaar voor deelnemers.
Kennisoverdracht op het hoogste niveau
Dr. Rainer Jakobs, technisch coördinator van de European Heat Pump Summit over het event: “De presentaties gingen over de nieuwste onderwerpen in de warmtepompindustrie, inclusief wetenschap, ontwikkeling in de industrie en technologie, en hun toepassing. Kennisoverdracht op het hoogste niveau in combinatie met intensieve netwerkmogelijkheden stonden opnieuw centraal en zorgden voor meerwaarde. Zo waren er de presentaties van Thomas Nowak, ehpa, over de ontwikkeling van warmtepompen in Europa gedurende het huidige decennium, en van James Beal, UK DIT, over de activiteiten van Britse bedrijven. Er was een duidelijke boodschap: warmtepompen nemen een vlucht in een- en meergezinswoningen, in het bedrijfsleven en in de stroomvoorziening. Dit werd bevestigd door de presentatie van Arianna Passamonti, Fraunhofer IGE, waarin ze beschreef hoe warmtepompen wetenschappelijk worden gepromoot met behulp van financiering van de overheid. De presentatie van Rüdiger Rudischhauser, SRM/TEC Group, ging over de mogelijkheid om koeling en verwarming effectief met elkaar te verbinden. Hij kwam met het voorbeeld van een vleesverwerkingsbedrijf dat zeer effectief gebruik maakte van beide aspecten van de warmtepomp. Het onderwerp meergezinswoningen kwam meerdere keren uitgebreid aan bod en er werden verschillende oplossingen geboden. Dr. Marek Miara, Fraunhofer ISE, die toezicht hield op de IEA-bijlage over dit onderwerp, presenteerde de algemene situatie en een breed scala aan voorbeelden. Bart Asperlagh van Daikin presenteerde specifieke oplossingen vanuit het oogpunt van de fabrikant.”
Praktische verbindingen
De bijbehorende Foyer Expo bood de aanwezigen de kans om de kloof met de praktijk te overbruggen. Ze konden uit de eerste hand nieuwe producten ontdekken van bekende fabrikanten van componenten en warmtepompen. De focus van exposanten, verenigingen en instellingen uit binnen- en buitenland lag op professionele dialoog en het vinden van antwoorden op individuele vragen.
- mei 31, 2021
- 135 views
Hybride oplossing heeft voorkeur bij verduurzaming
Van de duurzame verwarmingsoplossingen lijkt een hybride oplossing de voorkeur te hebben ter vervanging van de cv-ketel. Zo wil 27 procent van de Nederlanders een hybride systeem aanschaffen wanneer hun huidige cv-ketel aan vervanging toe is.
Dit blijkt uit onderzoek van Multiscope in opdracht van Vaillant onder 1000 Nederlandse consumenten. De verwarmingsfabrikant liet dit onderzoek uitvoeren in het licht van het klimaatakkoord, dat voor Nederland als belangrijkste doel oplegt om in 2030 bijna de helft minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. De meeste Nederlanders (85 procent) denken overigens dat dit doel niet gerealiseerd wordt.
Meerderheid voelt zich niet verantwoordelijk
Om de CO2-uitstoot te reduceren moet het gasverbruik in Nederland de komende jaren sterk omlaag. Alleen voelt slechts een kleine meerderheid (58 procent) van de Nederlanders zich verantwoordelijk om hieraan een persoonlijke bijdrage te leveren. Als vervanging voor de cv-ketel zijn er momenteel twee opties waaruit men kan kiezen: volledig gasloos wonen met een warmtepomp of het fors reduceren van het gasverbruik door een hybride oplossing (combinatie van cv-ketel en warmtepomp).
Hybride heeft de voorkeur
Van de duurzame verwarmingsoplossingen lijkt een hybride oplossing de voorkeur te hebben ter vervanging van de cv-ketel. Zo wil 27 procent van de Nederlanders een hybride systeem aanschaffen wanneer hun huidige cv-ketel aan vervanging toe is. Zo’n 9 procent kiest dan liever voor een warmtepomp en 4 procent van de respondenten geeft aan al volledig van het aardgas af te zijn. Daar staat tegenover dat 27 procent van de Nederlandse bevolking van plan is opnieuw een cv-ketel te kopen.
Kleinere duurzame stappen ook stimuleren
Subsidies zijn effectief in het stimuleren van verduurzaming. Dat blijkt wel uit het aantal zonnepanelen op de Nederlandse daken en het groeiend aantal elektrische auto’s op de weg. Maar welke maatregelen moet de Nederlandse overheid de komende jaren nemen om het duurzaam verwarmen van woningen te stimuleren? De meerderheid van de Nederlanders (53 procent) zou het liefst meer subsidies voor hybride oplossingen zien, terwijl ongeveer een kwart (26 procent) vindt dat er meer geld moet komen voor subsidie van elektrische warmtepompen.
Gezamenlijk klimaatdoelen realiseren
“Het is aan ons als leverancier om samen met de installateurs de consumenten erop te wijzen dat iedereen zijn steentje bij kan dragen”, stelt Ronald Mazurel, Manager Product Management bij Vaillant. “Dat zien we ook terug in de cijfers: als volledig van het gas af gaan simpelweg niet haalbaar is, blijken veel mensen bereid een hybride oplossing te overwegen. Ik verwacht dat de verduurzaming de komende jaren in stroomversnelling gaat komen. Hopelijk slagen wij er gezamenlijk in om de klimaatdoelen tijdig te realiseren.”
[pt_view id="697245dw9m"]
- mei 17, 2021
- 128 views
‘Betere uitvoering energiesystemen in bodem noodzakelijk’
Op 10 mei jl. heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een signaalrapportage ‘Risico’s bij de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen’ gepubliceerd. Aan afwijkingen van protocollen bij de aanleg, zoals bij eerdere controles door ILT geconstateerd, moet wat worden gedaan. Branchevereniging Bodemenergie zegt in een reactie dat haar leden inmiddels de nodige stappen hebben gezet maar verdere verbeteringen nodig zijn.
Bodemenergiesystemen spelen een grote en groeiende rol in de verduurzaming van de gebouwde omgeving, met een potentie van 30% marktaandeel in 2050. Branchevereniging Bodemenergie is verheugd dat het belang van bodemenergie in de energietransitie wordt erkend. En daarmee dat bodemenergie-systemen verder moeten en zullen opschalen om bij te dragen aan de klimaat- en energiebeleidsdoelen door duurzaam en betaalbaar comfort te leveren aan eindgebruikers.
Verduurzaming op een verantwoorde manier
Voor (gesloten) bodemenergiesystemen moet in de bodem worden geboord en de risico’s voor bodem en grondwater worden beperkt door in de Regeling Bodemkwaliteit wettelijk verankerde protocollen en een erkenningsregeling, samen met een vergunnings- c.q. meldingsprocedure. Inspecties en eventueel handhaving door landelijke (ILT) en regionale (RUD’s) diensten zien toe op het naleven daarvan. De signaalrapportage van ILT geeft vijf aanbevelingen aan om de risico’s bij aanleg van bodemenergiesystemen voor het grondwater, dat bijvoorbeeld een bron is voor drinkwater, verder te beperken. De aanbevelingen van ILT komen grotendeels overeen met de aanbevelingen van de branche zelf. De vijf aanbevelingen hebben kort samengevat betrekking op:
- 2 aanbevelingen tot normenaanpassingen met betrekking tot mengverhouding van grout en verbieden gebruik van milieuschadelijke smeermiddelen;
- budget beschikbaar stellen voor actualiseren van overheid website www.bodemloket.nl;
- meer overheidsbudget voor toezichthoudende taken;
- een centrale plek voor alle toezichthouders waar de meldingen de locatie en tijd van uitvoering van de boring.
Branchevereniging Bodemenergie meldt deze aanbevelingen te ondersteunen en zich te willen inzetten om samen met boorbedrijven en overheden dit zo snel mogelijk te realiseren.
Controleren, constateren en verbeteren
Het signaalrapport blikt terug op de periode 2016 – 2018 waarin bij controles werd geconstateerd dat de protocollen niet altijd werden nageleefd. Daarop zijn in samenspraak maatregelen genomen voor verbetering die inmiddels zichtbaar wordt, stelt de branchevereniging. ILT spreekt van ‘positieve ontwikkelingen’. Voorts rapporteerde de SIKB jaarrapportage certificatietoezicht bodembeheer 2019 een positieve trend bij de 119 certificaathouders (boorbedrijven) in Nederland actief op de betreffende beoordelingsrichtlijn (BRL 2100). In vijf jaar tijd zijn afwijkingen meer dan gehalveerd met in 2019 gemiddeld minder dan een halve afwijking per certificaathouder in bijna driehonderd audits. De positieve trend is ook te zien in regionale inspecties. Zo rapporteerde bijvoorbeeld de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant een daling van 49% (28 overtredingen bij 57 inspecties) in 2019 naar 11% (3 overtredingen bij 26 inspecties) in 2020.
Rol van de branche
Branchevereniging Bodemenergie stelde met, voor en door haar leden een Gedragscode Bodemenergie op en die wordt intern gemonitord en gefaciliteerd door de Commissie Gedragscode Bodemenergie. Specifiek voor het afdichten van bodemlagen en het afvullen van boorgaten, een belangrijk aandachtspunt van het signaalrapport, wordt door de branche onderzoek gedaan naar materialen en de wijze van aanvullen, waarbij ook de drinkwatersector betrokken is. De resultaten daarvan kunnen bijdragen aan de door ILT aanbevolen aanvullende eisen. De branchevereniging is daartoe structureel in gesprek met ILT en beleidsmakers bij het ministerie van I&W.
Verdere verbetering mogelijk en nodig
Branchevereniging Bodemenergie ziet met ILT en het regionale bevoegd gezag een positieve trend in de praktijk. Toch blijkt uit de signaalrapportage van ILT dat er (veel) ruimte is voor verdere verbetering. Ze beaamt dat verdere verbetering mogelijk en nodig is en dat ILT terecht dit signaal af geeft. ‘Wij zijn benieuwd naar de nieuwste inzichten van ILT en bieden aan om kennis te nemen van de onderliggende aantallen en aard van de constateringen vanaf 2020. Aanvullend op een lopende interne inventarisatie zullen wij dan samen met overheden concrete verdere verbeteringen aan kunnen zetten. Het is daarbij essentieel om ‘de juiste oplossing bij het juiste probleem’ te vinden. Aanscherping van regels is bijvoorbeeld geen oplossing voor het niet naleven van in principe doelmatige regulering. Het stellen van eisen aan gebruikte materialen, zoals de mengverhouding van grout als afvulmateriaal van boorgaten, en aan hulpstoffen zoals smeermiddelen, kan bijvoorbeeld wél bijdragen aan steeds milieuvriendelijker werken. Daarbij dient de balans tussen performance en milieubelasting telkens te worden afgewogen. Wij zullen daaraan blijven (samen)werken. Zoals wij bijvoorbeeld over grout als afvulmateriaal al geruime tijd doen samen met Certificerende Instellingen, leveranciers en de overheden.’
Intensivering van handhaving
Als de toepassing van bodemenergie opschaalt dient tevens het toezicht mee op te schalen, denkt de branchevereniging. ‘ILT vraagt er terecht om dat omgevingsdiensten en gemeenten de mogelijkheden krijgen om hun rol in het toezicht op bodemenergiesystemen actiever in te vullen. Specifiek wordt voorgesteld dat inspecties real-time informatie hebben over booractiviteiten. Boorbedrijven melden nu al alle boringen bij vele instanties, waaronder hun Certificerende Instanties en ook bij de vergunningverlenende overheden zoals provincies, waterschappen, gemeenten en/of Omgevingsdiensten en wij zijn graag bereid mee te denken hoe deze informatie, mede gezien de planning-dynamiek, nóg actueler kan worden gemaakt.’
Integrale benadering
De verdere opschaling van bodemenergie vraagt dus een integrale benadering om de aanbevelingen uit te werken, stelt Branchevereniging Bodemenergie. ‘De branche zal graag haar aandeel blijven nemen voor verdere verbeteringen binnen onze mogelijkheden en waarbij zaken op hun integrale impact, dus inclusief de integrale energetische- en klimaatimpact, worden beschouwd. De door ILT aangegeven verbeteringen in normteksten, overheidswebsites en controlebudgetten van de overheid ondersteunen wij omdat de branche streeft naar continue verbetering over de hele linie. Wij zien verdergaande kwaliteitsverbetering als essentiële doorontwikkeling van onze branche om te groeien met een aandeel in de energietransitie van momenteel enkele procenten naar de 30% marktaandeel in 2050. Dat kan de branche niet alleen, daartoe moet de overheid ook opschalen zoals ILT aangeeft. De energietransitie vormgeven doen we immers samen.’
[pt_view id="f45da20p4y"]
- mei 17, 2021
- 130 views
De opkomst van luchtgebonden warmtepompen
Enkele jaren geleden geloofde een groep warmtepompadepten nog heilig dat grondgebonden systemen de toekomst hadden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Ja, ze zijn belangrijk, maar het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo innoveren en de markt veroveren.
“Bij de bodemgebonden systemen vindt weinig innovatie plaats”, vertelt Jan Bosch, die sinds 2007 als Manager Marketing Communications werkzaam is bij Nefit Bosch, fabrikant van zowel lucht- als bodemgebonden warmtepompen. “Het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo doorontwikkelen.” Martin Wendels, sinds 2010 directeur van WOLF Energiesystemen, dat eveneens beide systemen op de markt brengt, komt min of meer tot dezelfde conclusie. “De markt groeit gestaag door. Ik merk echter dat luchtgebonden systemen sneller marktaandeel veroveren. Dat gaat ten koste van de bodemgebonden varianten.”
Rendement
Dat heeft onder andere te maken met de dimensionering, het ruimtebeslag en de kosten van bodemgebonden systemen. In alle gevallen ben je ongunstiger uit dan met een luchtgebonden variant. Bovendien kruipen die qua rendement zo zoetjes aan ook meer in de richting van bodemgebonden varianten.
Koudemiddelen
Een heet hangijzer zijn de koudemiddelen. De regelgeving stuurt steeds meer aan op het gebruik van koudemiddelen met een lagere GWP, om het milieu te beschermen. Tegelijkertijd proberen fabrikanten, uiteraard, het rendement omhoog te krijgen. Dat leidt tot een verwoede zoektocht naar nieuwe alternatieven voor bestaande populaire koudemiddelen als R410A. “Natuurlijke koudemiddelen zijn duidelijk in opkomst”, vertelt Wendels. “Zeker bij luchtgebonden varianten, waarvoor ik denk dat R290 hét koudemiddel van de toekomst is.” Knelpunt blijft natuurlijk de beschikbaarheid van monteurs met een F-gassen certificaat. Hoewel opleiders en fabrikanten aangeven dat er veel animo is voor trainingen, blijkt menig installateur nog niet over de juiste papieren te beschikken. Dat verklaart ook de groeiende populariteit van monoblock-systemen, die zonder F-gassen handelingen worden geïnstalleerd.
Totale oplossing
Bosch signaleert dezelfde ontwikkelingen. Naast propaan (R290), ziet hij ook R32 en R454C aan populariteit winnen. Daarnaast lijkt de luchtgebonden warmtepomp steeds meer als een onderdeel van een totale systeemoplossing te worden beschouwd. “Dat heeft ook te maken met de pandemie. Er is meer aandacht voor het binnenklimaat, dus ook voor de samenhang tussen bijvoorbeeld lucht-lucht warmtepompen, ventilatie en airconditioning.”
Digitalisering
Overigens heeft diezelfde pandemie ook een gigantische push gegeven aan de digitalisering van de installatiebranche. Denk bijvoorbeeld in de aanpalende sanitairsector aan bewegingssensors en aanrakingsvrije kranen. Wat betreft warmtepompen neemt de behoefte aan software en tools voor online monitoring, bediening en integratie met GB-systemen toe, vertelt Bosch. Energiemanagement gaat een cruciale rol spelen in de toekomst. Naar verwachting komen er meer decentrale opslagslagsystemen – lees accu’s – die geïntegreerd worden in Smart Grids. Vroeg of laat worden warmtepompen zelfsturend, waardoor ze in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen over het tijdstip én de draaiuren die ze maken. Bijvoorbeeld op het moment dat er een overcapaciteit is aan groene energie op de markt. Op die manier bespaart de eindgebruiker op zijn energierekening.
Geluidsnorm
Er verschijnen regelmatig verhalen in de media over de geluidsproductie van warmtepompen. Vandaar dat de Rijksoverheid heeft ingegrepen. “Per 1 april zijn nieuwe geluidseisen gesteld aan (nieuw te plaatsen) buiten opgestelde installaties voor warmte- of koude opwekking. Het gaat hierbij om warmtepompen en airco’s die worden toegepast bij woningen en woongebouwen. Deze installaties mogen niet meer dan 40 dB geluid veroorzaken bij de buren. Met deze landelijke geluidsnorm worden buren beter beschermd tegen geluid van warmtepompen en wordt de ontwikkeling van stillere warmtepompen bevorderd”, aldus de Rijksoverheid.
Haalbaarheid
Deze nieuwe eisen vormen geen belemmering voor de verdere doorgroei van luchtgebonden systemen, geven zowel Wendels als Bosch aan. “Door een ander type ventilator te gebruiken met roterende waaiers en een vast schoepenwiel kunnen wij bijvoorbeeld prima voldoen aan de eisen”, legt Wendels uit.
Waterstofketel
Gaat de waterstofketel op termijn een bedreiging vormen voor het marktaandeel van warmtepompen? Zowel Bosch als Wendels verwachten van niet. Zo zijn er nog fikse stappen te zetten voordat er een waterstofeconomie is in Nederland, zegt Wendels. “Denk aan de productie van groene waterstof en het gereedmaken van de bestaande gasinfrastructuur voor het transport van waterstof.” Bovendien zit ‘de concurrentie’ ook niet stil, zegt Bosch. Ook warmtenetten en elektrische verwarming zijn of worden aantrekkelijke alternatieven om de warmtevraag in de gebouwde omgeving in te vullen. Tot slot verwachten beide experts dan er meer warmtepompsystemen op de markt komen die aansluiten bij binnenstedelijke condities. En dat is nu juist net de omgeving waarvoor veel experts de waterstofketel in gedachten hadden.
Hybride oplossingen
Het zou overigens ook zomaar kunnen dat waterstofketels deel gaan uitmaken van hybride oplossingen, merkt Bosch op. Op dit moment worden hybride systemen met ketels en warmtepompen door een deel van de markt gezien als de ideale oplossing om in een sneltreinvaart de energietransitie te doorlopen in de bestaande bouw. Op die manier hoef je namelijk minder/geen geld te investeren in flankerende maatregelen, zoals extra isolatie en een ander afgiftesysteem. Bovendien wordt er ook geanticipeerd op een groeiende koelingsbehoefte in de gebouwde omgeving.
Dit is voorproefje van een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ, editie juni (verschijnt 29 juni a.s.). De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
[pt_view id="993250d4lo"]
- april 23, 2021
- 219 views
Plug and play warmtepomp doorstaat strenge winterperiode
“De strenge vorstperiode deze winter was voor ons een geschenk uit de hemel; en niet alleen vanwege de ijspret buiten”, zegt Jacco Langebeeke. Hij is de ondernemer achter Vloerverwarming Nederland, die zich de laatste jaren steeds breder met verduurzaming van woningen bezighoudt. “Wij hebben zelf een warmtepomp ontwikkeld en laten die maken in Slovenië. Deze werkt zonder buitenunit maar met toevoer en afvoer van lucht door gaten in het dak. Je tilt hem zo de trap op en binnen een halve dag doet hij het. Toen het een aantal dagen erg koud werd konden we zien dat het binnen lekker warm bleef, terwijl het huis pragmatisch geïsoleerd is, dus niet helemaal ingepakt met buitenisolatie. Ik heb de huurders in Deurne ook gebeld; ze zijn heel tevreden.”
De innovatie maakte onderdeel uit van een totaalconcept voor rijwoningen, waaraan ook Artention en Green Men bijdroegen. De pilot werd gesteund via een DEI+ subsidie, een subsidieregeling van TKI Urban Energy regeling met budget van het ministerie van BZK, die door RVO.nl wordt uitgevoerd. In de regeling is ook dit jaar negen miljoen beschikbaar voor pilots en demonstraties op het gebied van aardgasvrije woningen, gebouwen en wijken. De subsidie kan oplopen tot 45% van de kosten.
Opschalen
“We bedienen nu ook particulieren”, zegt Langebeeke. “We zijn nu een woning van gasgestookte stadswarmte af aan het halen in Utrecht. Ik wil gecontroleerd maar snel opschalen. Dat kan door weinig marge te maken per woning en onze aanpak te standaardiseren. Met grote aantallen bouw je dan toch een gezonde onderneming. We blijven nu door de bank genomen binnen de energierekening voor een woning die energieneutraal is en aardgasvrij, achterstallig onderhoud en maatwerk daargelaten.”
[pt_view id="202d891x2j"]
- april 9, 2021
- 122 views
Ook dynamisch inregelen nu opgenomen in ISSO-publicatie 65
De kennis in ISSO-publicatie 65 ‘Inregelen van ontwerpvolumestromen in klimaatinstallaties’ is herzien. De inregelmethoden die de publicatie beschrijft, zijn een uitwerking van de in NEN-EN 14336 genoemde methoden. Aan de publicatie heeft ISSO kennis toegevoegd over het dynamisch inregelen van de ontwerpvolumestromen.
Deze ISSO-publicatie geeft methoden voor het inregelen van de ontwerpvolumestromen in klimaatinstallaties voor verwarmen en/of koelen. Het gaat daarbij specifiek om klimaatinstallaties van utiliteitsgebouwen en woongebouwen met een collectieve klimaatinstallatie. Inregelen is noodzakelijk om een klimaatinstallatie in vollast en deellastsituaties te laten functioneren volgens het ontwerp.
Inregelmethoden
De inregelmethoden beschreven in deze publicatie zijn toe te passen bij:
• Nieuwbouwinstallaties;
• Installaties die niet of onvoldoende zijn ingeregeld;
• Renovatieprojecten;
• Vervangen van bijvoorbeeld ketel en afstemmen vermogensvraag en vermogenslevering.
Praktisch
De aanleiding voor deze herziening was het feit dat de NEN-EN 14336 ‘Verwarmingssystemen in gebouwen’ weliswaar noemt welke inregelmethoden bestaan, maar niet uitlegt hoe die praktisch uitvoerbaar zijn. ISSO heeft het, samen met de partners uit de Kontaktgroep, op zich genomen de methoden in deze publicatie op praktijkniveau uit te werken.
Inhoud
De publicatie beschrijft het inregelproces, waarin onder meer de benodigde eisen, documenten en verantwoordelijkheden zijn vastgesteld. Deze kennis is bedoeld voor bedrijven en installatieontwerpers om hun kwaliteitssysteem aan te vullen. Het is een instrument om inregelen op te nemen in regelgeving. De publicatie gaat ook inhoudelijk in op de inregelmethoden, en uit welke onderdelen ze zijn opgebouwd. Dynamisch inregelen is een nieuwe toevoeging aan deze herziene publicatie. Dynamisch inregelen maakt het realiseren van ontwerpvolumestromen eenvoudiger, waardoor de kans afneemt dat een installatie niet is ingeregeld.
- februari 19, 2021
- 151 views
‘Ook tijdens koude week draaide warmtepomp als een zonnetje’
De afgelopen week stond de warmtepomp vanwege het koude weer extra in de belangstelling. Dit vanwege de vraag of een warmtepomp het wel warm zou kunnen krijgen. Nu het koudefront weer op zijn retour is, reden voor Itho Daalderop om één van haar klanten aan het woord te laten over de prestaties van de WPU warmtepomp.
Nicolaas van Everdingen is eigenaar van adviesbureau Plushuis. Zijn bedrijf heeft meer dan 20 woningen (nieuwbouw en renovatie) naar all-electric en energieleverend gebracht. In enkele van deze woningen zijn de water/water-warmtepomp WPU en balansventilatie HRU van Itho Daalderop geïnstalleerd. De WPU warmtepomp maakt gebruik van energie uit de bodem.
Gepassioneerd verduurzamer
Voordat een woning een Plushuis© genoemd mag worden, worden er verschillende aanpassingen gedaan aan de schil. Van Everdingen stelt een rapport op met te nemen maatregelen om de woning energieleverend en dus ‘Plus op de meter’ te krijgen. Als gepassioneerd verduurzamer houdt Nicolaas al geruime tijd de energieprestaties van alle Plushuizen bij. Afgelopen zomer, in de heetste week van het jaar, is door hem de #hetemeetweek in het leven geroepen. Nu we de afgelopen week weer eens echt winterweer hebben gehad, is de #koudemeetweek van start gegaan. Hierin is bijgehouden hoe de woningen presteren tijdens de kou. Dit filmpje van Van Everdingen geeft inzicht in de ‘machinekamer’ van het energiezuinigste Plushuis in Ede met een Itho Daalderop water/water warmtepomp van het type WPU.
Goede prestaties
In de grafiek hiernaast is het energiegebruik van de water/water-warmtepomp te zien en ter vergelijk een lucht/water-warmtepomp in een ander Plushuis. Alhoewel de woningen erg verschillen (nieuwbouw versus “vernieuwbouwde” jaren ’30 woning) is het interessant om te zien hoe de verschillende woningen het doen. De WPU scoorde eerder al het beste onder alle Plushuizen qua energiegebruik (en die woning kreeg dan ook het predicaat Energiezuinigste Plushuis© 2020. www.plushuis.nu/Wedstrijd_Plushuis_2020).
Tijdens de #koudemeetweek blijkt de WPU bijzonder goed te presteren (zie oranje lijn). In vergelijking met een lucht/water warmtepomp (blauwe lijn) valt op wat een enorm verschil in energieverbruik de woningen laten zien. De gemiddelde netbelasting door de WPU blijft met ca. 540 Watt ver onder het vermogen van ca. 1500 tot 2000 Watt dat netbeheerders in bestaande woonwijken per woning beschikbaar hebben. Bij de luchtwater-warmtepomp ligt dat met 1400 Watt duidelijk hoger.
In
grafiek hiernaast is te zien dat de brontemperatuur netjes rond de 7-8 graden blijft liggen, wat conform verwachting is. Conclusie: de WPU die energie uit de bodem benut met een bron die gevuld is met zuiver water in plaats van met chemicaliën zoals glycol, draait het hele jaar als een zonnetje. Ook wanneer het buiten extreem koud is.
Fotograaf: Raimond Zoeter
[pt_view id="510412beox"]
- februari 12, 2021
- 127 views
Op weg naar waterstof: ketels voor wisselende gasmengsels
Met het oog op de enorme reductie van CO2-uitstoot die nodig is om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, is het aannemelijk dat in de toekomst een mix van zowel energieopwekkers als energiedragers gebruikt gaat worden voor de verwarming van onze huizen en gebouwen. Denk aan elektriciteit, opgewekt door de zon en de wind, aardgas, maar ook hernieuwbare brandstofbronnen, zoals synthetisch methaan en waterstof geproduceerd zonder kooldioxide. De Duitse ketelfabrikant Viessmann is ervan overtuigd dat met name waterstof een sleutelrol zal spelen. ‘Het is de meest logische manier om de verwarmingsmarkt klimaatneutraal te maken.’
Uit een proefstudie van het Duitse energieagentschap (dena) blijkt bijvoorbeeld dat een mix van elektrische oplossingen, zoals warmtepompen en waterstof in de bouwsector de kosten van het energiesysteem tegen 2050 met ten minste €260 miljard zou kunnen verlagen. Door gebruik te maken van waterstof kan immers de bestaande gasinfrastructuur worden gebruikt en is minder uitbreiding nodig van elektriciteitsnetten en reservestroomcentrales. Bovendien maakt deze nieuwe brandstof het mogelijk om de CO2-uitstoot in zeer korte tijd aanzienlijk te verminderen. Het is al mogelijk om tot 20% waterstof toe te voegen aan aardgas in het net. Dit zou de uitstoot van broeikasgassen met ongeveer 7% per jaar kunnen verminderen.
Aan de voorkant inregelen
De komende jaren zullen zich echter nog kenmerken door een overgang. Deels aardgas, deels elektriciteit, deels waterstof, wellicht zelfs gas dat geïmporteerd wordt. Dat kan problemen opleveren, want afhankelijk van het soort gas dat wordt gebruikt, moet in een verwarmingsketel de mengverhouding met lucht worden aangepast. En daar is normaliter een monteur voor nodig.
Alle toestellen van Viessmann zijn daarom inmiddels uitgerust met lambda control. Deze technologie past de lucht-gasverhouding van het toestel meteen en automatisch aan. Viessmann biedt hiermee ook een oplossing voor installatiebedrijven die een groeiend tekort hebben aan monteurs. Lambda control zorgt bovendien voor schone verbranding en het beste rendement.
Kees de Haan Commercieel Directeur Viessmann Nederland: “Door aan de voorkant in te regelen dat wisselende gasmengsels voor onze apparatuur technisch geen probleem vormen, maken we woningen en gebouwen klaar voor de toekomst, ontlasten we installateurs die worstelen met een toenemend tekort aan goede technici en hoeven bewoners niet extra thuis te blijven voor een bezoek van de monteur."
H2ready condensatieketels
De technologie die nodig is om gebruik te maken van dergelijke aardgas-waterstofmengsels om gebouwen te verwarmen is al beschikbaar en in duizenden installaties in de markt in gebruik. De nieuwste gascondensatieketels van Viessmann, de Vitodens 200 en 300 en de Vitocrossal 100 en 200 worden al bediend met 20 tot 30% waterstof. Een team van ingenieurs en technici test op dit moment in het Viessmann Innovation Center ook ‘H2ready’ condenserende ketels voor gebruik met zuivere waterstof. Deze apparaten komen in de loop van 2024 op de markt.
- februari 9, 2021
- 123 views
Nederlanders springen zuinig om met hun verwarming
Uit onderzoek van Jaga en Markteffect blijkt dat bijna de helft van de Nederlanders eerst warme kleding aantrekt als ze het koud hebben. Een kwart kruipt liever met een dekentje op de bank, alvorens de verwarming hoger te zetten. Ook blijkt dat Nederlanders in hun dagelijkse leven rekening houden met het milieu, mits het uitkomt en het niet te veel extra kost.
Naast de inrichting, maakt de temperatuur een woning het meest comfortabel, vinden we. Maar wat is dan een comfortabele temperatuur? Het onderzoek wijst uit dat dit gemiddeld 20 graden is in onze woonkamer. Dit is ook de ruimte waar we de temperatuur het meest comfortabel vinden. Door het vele thuiswerken zijn ook andere ruimtes, zoals de slaapkamer en de zolder, ineens werkplekken geworden en verwachten we ook hier een betere temperatuur.
Verwarming lager om energie te besparen
Veel mensen hebben een traditionele cv-ketel (79%) als warmtebron in huis. Hoewel er duurzamere systemen zijn, zoals een warmtepomp of zonne-energie, proberen mensen wel bewust om te gaan met hun cv-ketel. 84% zet wel eens de verwarming lager om energie te besparen. Eén vierde hiervan doet dit standaard. Door de verwarming standaard 1 graad lager te zetten dan gewend, is er minder CO2-uitstoot en kan er al snel 100 euro per jaar bespaard worden door een huishouden. Ook zet 65% van de Nederlanders de verwarming lager in de nacht of als ze het huis verlaten om niet onnodig te stoken.
Jaga heeft het onderzoek in samenwerking met Markteffect laten uitvoeren onder 509 woningeigenaren in Nederland. De ondervraagden waren 25 jaar en ouder en wonend in Nederland.
[pt_view id="abe70f8mfe"]




