• januari 20, 2017
  • 126 views
Warmte als een service

Consumenten vernieuwen hun verwarmingssysteem ongeveer eens in de 12 jaar. Vaak gebeurt dat noodgedwongen omdat de huidige installatie defect is met als gevolg een uitgave van 2000 euro of meer. Deze kosten komen bovenop de hoge kosten voor reparaties buiten de garantieperiode. Een groeiend aantal mensen probeert deze verrassing te vermijden en neemt een onderhoudscontract. Dit voorkomt onverwachte rekeningen voor reparaties en irritante storingen.

Daarnaast is er een trend gaande om duurzamere, CO2 neutrale, oplossingen te zoeken voor de totale energiebehoefte, verwarming en elektriciteit. Onderzoek toont aan dat 40% van de mensen die geïnteresseerd zijn in een dergelijke installatie, die gefinancierd wil hebben. Deze consumenten willen de installatie dus via een vast maandelijks abonnement betalen. De interesse voor een nieuwe installaties is het hoogst als de plaatsing ‘gratis’ is en, in combinatie met het onderhoud en verbruikte energie, betaald kan worden in vaste termijnen.
Overigens is deze trend ook waarneembaar buiten de installatiewereld. Van eigendom naar gebruik in combinatie met een abonnement. Een gebruiker wil geen product bezitten maar een oplossing voor zijn behoeften; geen telefoon maar bellen, geen autobezit maar autodelen, geen airco maar een aangenaam binnenklimaat. In de utiliteit is dit al normaal; gebouweigenaren betalen niet meer voor een cv-ketel en apart voor
elektra en gas maar voor een comfortabel binnenklimaat. Uit eerder genoemd onderzoek blijkt dus dat consumenten dat model ook zullen gaan volgen.

Deze amortisatie van investering en verwarmingskosten verloopt in drie fases. Het start met de financiering van de installatie en onderhoud. Daarop volgt het integreren van meer diensten geholpen door slimme technologie en dit zal zich verder ontwikkelen richting een vaste prijs voor warmte.

Fase 1: Financiering van de installatie
Ketel fabrikanten en grotere installateurs bieden al jaren simpele financiële constructies. Het is mogelijk om een cv-ketel, inclusief montage en onderhoud, te huren voor 20 euro per maand. Op basis van 12 jaar looptijd is dat marginaal duurder dan er zelf een kopen en (laten onderhouden). Daarvoor krijg je wel gemoedsrust en voorspelbare kosten terug.

Fase 2: Bundel de gefinancierde installatie met energie-services
De tweede fase is om warmte te bundelen met energie en slimme technologie om zo de totale ‘Cost of ownership’ te verminderen. In Engeland bijvoorbeeld biedt Flow een ‘gratis, volledig geïnstalleerde, nieuwe WKK ketel op een zevenjarig contract’. De micro-WKK-eenheid in cv-ketel vermindert de afhankelijkheid van het elektriciteitsnet en verlaagd daarmee de energierekening. Overtollige elektriciteit wordt geëxporteerd naar het net en Flow krijgt daarvoor de vergoeding.

Fase 3: De verkoop van warmte voor een vaste prijs
De laatste fase is om warmte te prijzen op basis van het gewenste resultaat, bijvoorbeeld 21°C overdag. Thermondo in Duitsland bijvoorbeeld, is vast van plan om te evolueren van installateur naar ‘warmte als een service’.
Op het eerste gezicht lijkt dit een lastig model. Echter, in de mobiele telefonie zijn dergelijke modellen al lang gangbaar. In de zakelijke markt voor verlichting, hanteert Phillips een vaste prijs voor verlichting op basis van lumen, per gebied, op voorgeschreven tijden.

Er is wel bereidheid nodig om enige risico’s te nemen. De gegevens om de risico’s in te schatten en de automatisering om tot de contractueel afgesproken prestatie te komen, zijn nog in ontwikkeling.

Om een consument ‘Warmte als een service’ aan te kunnen bieden, tegen een concurrerende prijs, zijn veel gegevens nodig over de woning en het gedrag van de bewoner. Om die data te verzamelen en analyseren zijn er sensoren en een gateway nodig. Een slimme thermostaat, zoals ThermoSmart, is een goede en geaccepteerde manier en kan als belangrijke sensor maar ook als gateway worden gebruikt. Deze start-up brengt het inzicht in energiegebruik en de tools om daar invloed op uit te oefenen, naar een volgend niveau. Onmisbare eigenschappen in deze beslissende fase.

De energiemarkt is in beweging. Er ontstaan daardoor nieuwe kansen. Als bestaande aanbieders niet op tijd deze mogelijkheden benutten zal het initiatief naar kleine, wendbare start-ups gaan.

 

Achtergrond ThermoSmart

ThermoSmart is een gebruiksvriendelijke en strak vormgegeven slimme Wi-Fi thermostaat van een jonge Nederlandse ScaleUp. ThermoSmart speelt een leidende rol op de Nederlandse markt en wil deze winter uitrollen naar andere Europese landen. ThermoSmart is eenvoudig te bedienen, thuis en op afstand, via smartphone, tablet of computer, altijd en overal. Het product is onafhankelijk van energie- en ketelleveranciers en is na aanschaf eigendom van de gebruiker. Consumenten tekenen geen contract en betalen geen abonnement. Het gebruik van de ThermoSmart webportal en App’s is gratis. De rekenkracht die nodig is voor het zelflerend vermogen vind plaats in ‘de Cloud’.

[related_post themes=”text”]

 

  • januari 20, 2017
  • 129 views
Vloerverwarming voor elke situatie

Met de huidige bouwtechnische ontwikkelingen, stelt de consument steeds meer belang bij een comfortabel en gezond woonklimaat. Wij produceren en leveren voor elke verwarmingsvraag een passende oplossing.

Kom tijdens de BouwBeurs 2017 kennis maken met onze systemen.

U vindt ons in Hal 7 – E034 bij de ingang van het BouwBeurs Café.

Renovatie. De MAGNUM Mat, TubeMat en SlimFit systemen zijn uitermate geschikt voor renovatieprojecten. Door de minimale installatiehoogte hoeft er geen freeswerk verricht te worden om toch vloerverwarming te kunnen installeren. MAGNUM SlimFit kan zelfs in de muur worden verwerkt zodat er geen radiatoren in de ruimte nodig zijn.

Nieuwbouw. MAGNUM Cable, Tacker- en Noppenplaat-systemen zijn uitermate geschikt voor nieuwbouwprojecten. Deze systemen kunnen rechtstreeks in de cementdekvloer worden geïnstalleerd. Hierdoor kan er meer massa worden verwarmd en is de warmteafgifte optimaal.

Houten vloeren. Speciaal voor parket, laminaat en houten vloeren zijn er 2 systemen beschikbaar: Een ultra-dunne (0,4mm) elektrische vloerverwarmingsfolie en een 25mm watergedragen systeem met warmtegeleidingsprofielen, zodat de warmte over een zo groot mogelijk oppervlak verdeeld wordt.

Slim geregeld

MAGNUM producten zijn ontwikkeld met oog op het sterk veranderlijke klimaat in Europa waarbij de buitentemperatuur binnen enkele uren sterk kan schommelen. Dit vraagt om regelapparatuur die snel en nauwkeurig reageert. De MAGNUM thermostaten denken zelf vooruit en berekenen de benodigde opwarmtijden en de hoeveelheid energie die daarvoor nodig is. Tevens kunnen MAGNUM verwarmingssystemen zeer eenvoudig gekoppeld worden aan nieuwe of bestaande domoticasystemen waardoor u er geen omkijken meer naar heeft. Alle thermostaten zijn in eigen huis ontworpen en ontwikkeld. Dankzij 25 jaar ervaring behoren deze thermostaten inmiddels tot de meest betrouwbare op de Europese markt.

Wenst u meer informatie?

Bezoek dan magnumheating.nl of bel tijdens kantooruren 0166 – 609 300.

[related_post themes=”text”]

  • januari 13, 2017
  • 127 views
Zehnder Charleston; de efficiënte allrounder

Keuze uit een uitgebreide modellenreeks en design dat uw klant ook morgen nog mooi vindt. Snel en netjes te installeren. Zuinig en ook nog te combineren met toepassingen van de toekomst zoals bijvoorbeeld lage temperatuursystemen. Geschikt voor badkamers, slaapkamers, woonkamers voor zowel nieuwbouw als renovatie toepassingen. Lees meer

  • december 23, 2016
  • 127 views
KvINL en Sterkin zullen gezamenlijk één erkenningsregeling gaan hanteren

Ook KvINL en Sterkin melden verheugd te zijn over de komst van een wettelijk verplichte erkenningsregeling voor installateurs voor het aanleggen en onderhouden van cv-installaties. De beide stichtingen, verantwoordelijk voor kwaliteitsregelingen en -verbetering in de installatiebranche, zijn van mening dat zij met een wettelijke verplichting en een aanscherping van de bestaande regelingen de kwaliteit en de veiligheid van cv-installaties aanzienlijk beter kunnen borgen. Hoewel de minister zich heeft uitgesproken voor het opzetten van één uniform wettelijk kader, waaronder meerdere regelingen vallen, zullen Sterkin en KvINL gezamenlijk één erkenningsregeling hanteren.

Een dergelijke uniforme aanpak vergroot volgens beide organisaties de transparantie in de markt. Eén erkenningsregeling schept duidelijkheid richting opdrachtgevers en komt meer tegemoet aan het verwachtingspatroon dat opdrachtgevers van de installatiebranche mogen verwachten.

Het eindrapport van de Onderzoeksraad, dat de komst van een erkenningsregeling heeft ingeleid, bevestigt het standpunt van Sterkin en KvINL dat de branche voor de benodigde kwaliteit en veiligheid van installaties niet meer kan volstaan met uitsluitend het stellen van eisen aan een ’technisch beheerder’. Met de minister zijn beide organisaties van mening dat een deel van de kwaliteitsverbetering moet worden gezocht in aanvullende eisen aan de uitvoerend monteur(s). Ook vinden ze dat er controle nodig is op de uitgevoerde werkzaamheden, inclusief een adequaat sanctiesysteem.

Een andere vereiste is een goede herkenbaarheid van de vakbekwame bedrijven door middel van een openbaar register in de vorm van een website. Zo’n register zal ook bijdragen aan een verdere verbetering van de kwaliteit binnen de installatiebranche. Het hanteren van een door de minister genoemd, eenduidig beeldmerk vergroot eveneens de herkenbaarheid in de markt, aldus de beide organisaties.

KvINL is ontstaan uit de fusie van KBI (Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector) en SEI (Stichting Erkenning Installatiebedrijven) en is opgericht voor de kwaliteitsborging binnen de Installatiesector. Opdrachtgevers, aanbieders en overheden werken binnen KvINL samen aan een gegarandeerd kwaliteitsniveau van producten, processen en diensten in de installatiesector. Installatiebedrijven kunnen bij KvINL terecht voor het voldoen aan erkenningen en certificeringsregelingen.

De doelstelling van Stichting Sterkin is het bevorderen van de aanleg van veilige installaties. Hiertoe voert Sterkin een aantal erkenningsregelingen voor de installatiebranche uit en verzorgt ze voorlichting aan installateurs. Het voeren van erkenningsregelingen was een taak die vroeger bij de energiebedrijven was ondergebracht. In 2003 hebben deze bedrijven dit overgedragen aan de onafhankelijke stichting Sterkin.

[related_post themes=”text”]

  • december 22, 2016
  • 149 views
Wettelijke erkenning: “Eindelijk, maar wat moet ik nu doen?”

De aankondiging van minister Blok dat vanaf 2019 alleen erkende installatiebedrijven en cv-monteurs cv-installaties mogen aanleggen en onderhouden, heeft het nodige losgemaakt in de branche. De meeste reacties op onze sociale media waren positief: “top, heel goed, eindelijk, had eerder moeten gebeuren…” Maar gelijktijdig waren er ook vragen, zoals: “Moet ik nu gelijk de boeken induiken?” en “Nou moet ik zeker verplicht lid worden van Uneto-VNI?” Wij zetten de belangrijkste feiten op een rijtje. Wat daarbij vooral duidelijk is dat er tussen nu en 2019 nog veel duidelijkheid zal moeten komen.

Welke werkzaamheden vallen straks onder de erkenningsregeling?
Werkzaamheden aan gasverbrandingstoestellen en bijbehorende luchttoevoer en rookgasafvoer mogen alleen nog worden uitgevoerd door bedrijven die daarvoor erkend zijn. Werkzaamheden aan bijvoorbeeld gasleidingen en warmte-afgiftesystemen (radiatoren etc.) zullen geen onderdeel gaan uitmaken van de certificering. Ook moet het bijvoorbeeld voor de bewoner mogelijk blijven om zelf het cv-water bij te vullen. 

Hoe gaat de handhaving er na de invoering van de erkenningsregeling uitzien?
De instanties die de erkenningsregelingen beheren, zullen door middel van (steekproef)controles en sancties (bijvoorbeeld schorsing of intrekking erkenning) erop moeten toezien dat de erkende bedrijven hun werkzaamheden op een vakbekwame manier en conform de gestelde eisen uitvoeren. Indien zij niet adequaat optreden, riskeren zij dat de toelating van de erkenningsregeling wordt ingetrokken. Daarnaast dient handhaving bij illegale werkzaamheden te worden vormgegeven.
Een erkend installatiebedrijf hoeft geen lid te zijn van Uneto-VNI. Andersom heeft Uneto-VNI eerder wel al aangekondigd dat de verplichte erkenningsregeling ‘op termijn mogelijk een voorwaarde wordt voor het lidmaatschap. De brancheorganisatie zal sancties opleggen aan leden die het niet zo nauw nemen met fabrikantenvoorschriften omtrent installatie en onderhoud van de gehele gasinstallatie, inclusief de rookgasafvoeren.’
Door transparante publicatie van erkende bedrijven (bijvoorbeeld een website) zal voor iedereen eenvoudig na te gaan zijn of het betreffende bedrijf inderdaad erkend is voor de activiteit. Verder zal voor alle erkende bedrijven één transparante communicatie-uiting (bijvoorbeeld een beeldmerk) verplicht worden gesteld, waardoor de consument eenduidig kan vaststellen dat het bedrijf voldoet aan de regels.

Moet ik als installatiebedrijf/installateur nu al actie ondernemen?
Navraag bij Uneto-VNI leert dat er momenteel veel vragen binnenkomen van installateurs. In hoofdzaak gaat het om de volgende twee vragen: ‘Wat is mijn bestaande erkenning nog waard?’ en ‘Moet ik in januari 2017 mijn monteurs gaan opleiden?’ Woordvoerder Dick Reijman meldt “niet te verwachten dat bedrijven die beschikken over goed opgeleide monteurs nog hele ingewikkelde trajecten zullen moeten doorlopen. Het (bij)scholen van monteurs zal bovendien zeker niet op korte termijn gaan spelen. Blok wil de regeling op 1 januari 2019 van kracht laten worden. Niet eerder, omdat er tijd nodig is om de regeling wettelijk te verankeren en uit te werken, de vakbekwaamheidseisen te formuleren en monteurs op te leiden.”
Uneto-VNI gaat hierover in het nieuwe jaar met Blok in overleg. Uitgangspunt daarbij is meer waarborgen voor kwaliteit en veiligheid, maar tegelijkertijd zo min mogelijk extra administratieve rompslomp en kosten. De vereniging heeft al een uitgebreide erkenningsregeling met zwaardere eisen voor installatiebedrijven en individuele cv-monteurs klaarliggen. Ook de aangescherpte vakbewaamheids- en scholingseisen voor cv-monteurs zijn in deze regeling opgenomen. Voorzitter Titia Siertsema hierover: “Onze regeling voldoet aan de eisen die de overheid stelt.”

Ik ben ZZP’er. Is de nieuwe regeling voor mij nog wel uitvoerbaar?
De minister zelf heeft aangekondigd dat de nieuwe regelgeving zodanig zal worden uitgewerkt dat deze ook uitvoerbaar is voor ZZP’ers en bouwbedrijven die bijvoorbeeld maar één installatiemonteur in dienst hebben. Dit omdat van de huidige 18.000 bouwinstallatiebedrijven er zo’n 12.000 eenmanszaak zijn.
Ook over eventuele prijsstijgingen veroorzaakt door de nieuwe regelgeving heeft de minister zich laten adviseren. De prijsstijging voor de consument zal naar verwachting rond de 2% tot 5% bedragen (ongeveer €4,50 op een onderhoudsbeurt, wat neerkomt op ongeveer 4,5% van een jaarlijks onderhoudscontract en €45,00 voor de aanleg van een nieuwe installatie, wat neerkomt op ongeveer 2% van de all-in prijs voor het plaatsen van een nieuwe ketel). Een geschatte prijsstijging van deze orde weegt wat de minister betreft en ook volgens consumentenorganisaties op tegen het beter borgen van de veiligheid van verbrandingstoestellen in woningen.

[related_post themes=”text”]

  • december 16, 2016
  • 140 views
Minder kankerverwekkers in lichaam door luchten én ventileren woning

 Luchten én ventileren van de woning verminderen de blootstelling aan kankerverwekkers. Dit blijkt uit een studie van de Belgische nucleairafvalverwerker Niras bij zo’n 300 baby’s en hun moeders. Degene die vaak lucht én ventileert heeft tot een derde minder aan kankerverwekkende stoffen in de urine. Alleen de ramen openzetten of alleen het ventilatiesysteem aanzetten levert beduidend minder voordeel op, aldus de onderzoekers. De schadelijke stoffen komen in een woning voor doordat bijvoorbeeld iets is aangebrand tijdens het koken.

Voor de studie werden tussen 2011 en 2015 urinestalen verzameld bij vrouwen uit drie Belgische gemeenten. Er werd onder meer nagegaan of zwangere vrouwen vaak werden blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen, zoals PAK’s of benzeen.

(Bron: Knack)

[related_post themes=”text”]

  • december 12, 2016
  • 137 views
Per 1 januari a.s. alleen nog gastoestellen installeren voor laagcalorisch gas

Per 1 januari a.s. mogen uitsluitend nog gasttoestellen geïnstalleerd worden die gekeurd zijn voor laagcalorisch gas (G+-gas). Het aardgas uit Groningen, het zogenaamde G-gas, raakt namelijk langzamerhand op. Aardgas van een andere herkomst heeft andere verbrandingseigenschappen. Het is niet zomaar mogelijk een gastoestel te blijven gebruiken als de samenstelling van het aardgas verandert. Toestellen kunnen bijvoorbeeld uitvallen of teveel koolmonoxide gaan produceren. De cv-ketelfabrikanten hebben eerder dit jaar al aangegeven dat hun toestellen geschikt zijn voor de nieuwe gassoorten. Maar de toekomstige gaswisseling geldt niet alleen voor cv-ketels. Fabrikant Brink meldt nu bijvoorbeeld ook zijn gasgestookte luchtverwarmers te hebben aangepast.

Een gastoestel mag vanaf 1 januari 2017 alleen nog verkocht worden als:
-Het aantoonbaar geschikt is bevonden voor G+-gas;
-Het aantoonbaar geschikt is te maken voor H-gas (door een handeling van een monteur);
-Op het toestel staat of het voor G+-gas, H-gas of beide soorten geschikt is.

Het verbod op de verkoop van niet toekomstbestendige gastoestellen heeft als doel het voorkomen van veiligheidsrisico’s. Ook moet het consumenten behoeden voor hoge kosten voor het vervangen van nog niet afgeschreven toestellen.

Tot nu toe heeft de minister van Economische Zaken toegezegd dat levering van het huidige G-gas tot 2022 gegarandeerd is, en dat deze datum zoveel mogelijk zal worden opgerekt. Dit uitstel is nodig om fabrikanten en importeurs in de gelegenheid te stellen hun productieproces aan te passen en oude voorraden te verkopen.

[related_post themes=”text”]

  • december 12, 2016
  • 122 views
Restwarmte petrochemie voor verwarming Limburgse woningen en bedrijven

kuppens_fotografie_8368cAfgelopen vrijdag heeft Het Groene Net twee stappen gezet voor de aanleg van het duurzame warmtenet voor de gemeente Sittard-Geleen, en later mogelijk ook voor de gemeentes Stein en Beek. Onder toeziend oog van diverse genodigden en de pers tekenden de betrokkenen van het ministerie van Economische Zaken, provincie Limburg, Utility Support Group (producent en leverancier van utilities aan bedrijven op het Chemelot-terrein) en Het Groene Net de zogeheten bedrijfsspecifieke afspraak. Vervolgens ging een stukje leiding de grond in als officiële inluiding van de aanleg van de eerste fase.

Bert de Vries, plaatsvervangend directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging van het ministerie van Economische Zaken, tekende namens het ministerie de bedrijfsspecifieke afspraak (BSA). Ook Daan Prevoo, gedeputeerde Energie, Duurzaamheid en Wonen bij de provincie Limburg, Erik Stronk en Ruud Guyt, aandeelhouders Het Groene Net en Jos Visser, directeur Utility Support Group zetten hun handtekening. Via de BSA stelt het ministerie een bijdrage van €3 miljoen beschikbaar. Met deze bijdrage kan restwarmte van petrochemisch bedrijf SABIC worden ingezet voor de verwarming van woningen en bedrijven die zijn aangesloten op Het Groene Net. Een zinvolle toepassing van restwarmte wat een positieve bijdrage levert aan de duurzaamheid van het Chemelot-terrein in het algemeen. Daan Prevoo: ‘De provincie spande zich in om voor dit ambitieuze restwarmteproject een bijdrage van maar liefst €3 miljoen te krijgen van het Rijk. Ik hoop dat het welslagen van Het Groene Net een katalysator is voor rest- en aardwarmteprojecten in heel Limburg.’

Na het tekenen van de BSA vond een tweede belangrijk moment plaats: de officiële start van de aanleg van de eerste fase. Erik Stronk en Ruud Guyt, beiden aandeelhouder van Het Groene Net, legden samen het eerste stukje leiding in de grond. Duurzame-warmteleverancier Ennatuurlijk en de gemeente Sittard-Geleen bezitten momenteel elk vijftig procent van de aandelen van Het Groene Net.

In eerste instantie worden 500 huishoudens en 9 bedrijven aangesloten op Het Groene Net. Uiteindelijk is het doel van het warmtenetwerk een totale besparing van 26 miljoen kubieke meter op het gebruik van aardgas en 47.000 ton op CO2-uitstoot. Het Groene Net wordt op termijn mogelijk een van de grootste duurzame warmtenetwerken binnen Nederland. Daardoor is Sittard-Geleen een koploper in ons land als het gaat om het behalen van gemeentelijke CO2-doelstellingen. De gemeentes Beek en Stein treden mogelijk toe als de realisatie van het warmtenetwerk binnen hun gemeentegrenzen start.

Het Groene Net is in 2009 opgestart en richt zich op de verduurzaming van de warmtevoorziening in de gemeentes Sittard-Geleen, Beek en Stein. Het Groene Net heeft de ambitie om een warmtenetwerk te realiseren dat op basis van duurzame bronnen 800 terajoule warmte levert aan woningen en bedrijven in de drie gemeentes. Het Groene Net past naadloos in de landelijke en provinciale actiepunten op energievlak. De provincie Limburg zet zich tijdens de coalitieperiode 2015-2019 nadrukkelijk in voor een stabiel en innovatief netwerk voor duurzame warmte en energie. Het ministerie van Economische Zaken presenteerde op 7 december de Energieagenda met de aansluiting op de warmtenetten als een van de agendapunten.

[related_post themes=”text”]

  • december 9, 2016
  • 129 views
Twee peuters in New York overleden door een defecte radiator

new-yorkTwee peuters zijn in New York om het leven gekomen door een defecte radiator, waaruit volgens Amerikaanse media hete stoom kwam. Door de stoom liepen de kinderen ernstige brandwonden. Het ongeluk gebeurde in een gebouw waar dakloze gezinnen worden ondergebracht. De ouders woonden hier met hun kinderen. Bewoners klaagden al langer over de radiatoren, die te heet zouden worden. Het is nog onduidelijk hoe de stoom kon vrijkomen. Volgens een bron binnen de politie was er waarschijnlijk sprake van een probleem met het radiatorventiel.

[related_post themes=”text”]

  • november 25, 2016
  • 184 views
Kastverwarming

kastverwarming

Karel kon deze week weer eens fijn ‘old-school’ aan een convectorput werken. Zijn klant wilde van alle radiatoren in zijn huis af en vond vloerverwarming niet handig nu hij net een nieuw tapijt had laten leggen. Dus had hij Karel om een alternatief gevraagd. Natuurlijk had Karel het over wandverwarming kunnen hebben, of desnoods klimaatplafonds, maar Karel dacht terug aan de goeie-ouwe-tijd. De tijd van het gaten zagen in de vloer en het leidingwerk wegstoppen onder de vloer; kortom Karel dacht aan covectorputten. “Hoor je bijna niks meer van” en dat vond hij zonde. Tijd om weer eens een retrotrendje te starten. En dus overtuigde hij zijn klant van deze geweldige, functionele oplossing. Het grootste gedeelte van zijn vloerbedekking zou volledig in tact blijven. Hooguit dat hij wat vlekken zou maken bij het verwijderen van de oude radiatoren (maar dat leek hem niet iets om de klant te vertellen; die vlekken konden daar ook al die tijd al gezeten hebben). Dus Karel kon lekker aan de slag met betonzaag en putroostertjes. Met nostalgie dacht hij terug aan die mooie jaren 80 toen de convectorput het summum was van verwarming in huis. Karel zou er wel even voor zorgen dat zijn klant er warmpjes bij zou zitten, waar hij in zijn huis ook zou zijn. Het valt te betwijfelen of het verwarmen van de schoenenkast van de vrouw des huizes nou nou wel zo zinvol was. Maar goed, die zou over koude voeten in ieder geval niet meer klagen!

 

[related_post themes=”text”]