• oktober 29, 2021
  • 131 views
Twee dagen internationale aandacht voor warmtepompen

Deze week namen 260 experts uit 26 landen deel aan de zevende European Heat Pump Summit. Samen met 34 sprekers bespraken ze de actualiteit op het gebied van warmtepompen, variërend van innovatieve technologieën, toepassingen en koudemiddelen tot het gebruik van hybride systemen en hogetemperatuurwarmtepompen. Verder presenteerden 16 bedrijven en verenigingen hun diensten en productinnovaties aan het aanwezige vakpubliek. De conferentie werd aangevuld met digitale componenten, zoals een livestream en chatfuncties.

Bezoekers van over de hele wereld kregen 34 gevarieerde presentaties voorgeschoteld, verdeeld over de vier hoofdthema's: marktontwikkelingen, R&D, ontwikkeling van componenten en warmtepomptoepassingen. Hoogtepunten van het programma waren het rapport over de warmtepompconferentie in Zuid-Korea in april 2021; markt- en energiebeleidsontwikkelingen (Duits en internationaal); afgerond, lopend en gepland onderzoek naar technologie en toepassingen; de laatste ontwikkelingen van industriële bedrijven en onderzoekscentra; hybride systemen; hoge temperatuurwarmtepompen en speciale toepassingen in industrie en commercie met specifieke voorbeelden uit de praktijk. Alle presentaties werden ook als livestream online uitgezonden en blijven tot en met 5 november 2021 online beschikbaar voor deelnemers.

Kennisoverdracht op het hoogste niveau
Dr. Rainer Jakobs, technisch coördinator van de European Heat Pump Summit over het event: “De presentaties gingen over de nieuwste onderwerpen in de warmtepompindustrie, inclusief wetenschap, ontwikkeling in de industrie en technologie, en hun toepassing. Kennisoverdracht op het hoogste niveau in combinatie met intensieve netwerkmogelijkheden stonden opnieuw centraal en zorgden voor meerwaarde. Zo waren er de presentaties van Thomas Nowak, ehpa, over de ontwikkeling van warmtepompen in Europa gedurende het huidige decennium, en van James Beal, UK DIT, over de activiteiten van Britse bedrijven. Er was een duidelijke boodschap: warmtepompen nemen een vlucht in een- en meergezinswoningen, in het bedrijfsleven en in de stroomvoorziening. Dit werd bevestigd door de presentatie van Arianna Passamonti, Fraunhofer IGE, waarin ze beschreef hoe warmtepompen wetenschappelijk worden gepromoot met behulp van financiering van de overheid. De presentatie van Rüdiger Rudischhauser, SRM/TEC Group, ging over de mogelijkheid om koeling en verwarming effectief met elkaar te verbinden. Hij kwam met het voorbeeld van een vleesverwerkingsbedrijf dat zeer effectief gebruik maakte van beide aspecten van de warmtepomp. Het onderwerp meergezinswoningen kwam meerdere keren uitgebreid aan bod en er werden verschillende oplossingen geboden. Dr. Marek Miara, Fraunhofer ISE, die toezicht hield op de IEA-bijlage over dit onderwerp, presenteerde de algemene situatie en een breed scala aan voorbeelden. Bart Asperlagh van Daikin presenteerde specifieke oplossingen vanuit het oogpunt van de fabrikant.”

Praktische verbindingen
De bijbehorende Foyer Expo bood de aanwezigen de kans om de kloof met de praktijk te overbruggen. Ze konden uit de eerste hand nieuwe producten ontdekken van bekende fabrikanten van componenten en warmtepompen. De focus van exposanten, verenigingen en instellingen uit binnen- en buitenland lag op professionele dialoog en het vinden van antwoorden op individuele vragen.

  • mei 31, 2021
  • 138 views
Hybride oplossing heeft voorkeur bij verduurzaming

Van de duurzame verwarmingsoplossingen lijkt een hybride oplossing de voorkeur te hebben ter vervanging van de cv-ketel. Zo wil 27 procent van de Nederlanders een hybride systeem aanschaffen wanneer hun huidige cv-ketel aan vervanging toe is.

Dit blijkt uit onderzoek van Multiscope in opdracht van Vaillant onder 1000 Nederlandse consumenten. De verwarmingsfabrikant liet dit onderzoek uitvoeren in het licht van het klimaatakkoord, dat voor Nederland als belangrijkste doel oplegt om in 2030 bijna de helft minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. De meeste Nederlanders (85 procent) denken overigens dat dit doel niet gerealiseerd wordt.

Meerderheid voelt zich niet verantwoordelijk
Om de CO2-uitstoot te reduceren moet het gasverbruik in Nederland de komende jaren sterk omlaag. Alleen voelt slechts een kleine meerderheid (58 procent) van de Nederlanders zich verantwoordelijk om hieraan een persoonlijke bijdrage te leveren. Als vervanging voor de cv-ketel zijn er momenteel twee opties waaruit men kan kiezen: volledig gasloos wonen met een warmtepomp of het fors reduceren van het gasverbruik door een hybride oplossing (combinatie van cv-ketel en warmtepomp).

Hybride heeft de voorkeur
Van de duurzame verwarmingsoplossingen lijkt een hybride oplossing de voorkeur te hebben ter vervanging van de cv-ketel. Zo wil 27 procent van de Nederlanders een hybride systeem aanschaffen wanneer hun huidige cv-ketel aan vervanging toe is. Zo’n 9 procent kiest dan liever voor een warmtepomp en 4 procent van de respondenten geeft aan al volledig van het aardgas af te zijn. Daar staat tegenover dat 27 procent van de Nederlandse bevolking van plan is opnieuw een cv-ketel te kopen.

Kleinere duurzame stappen ook stimuleren
Subsidies zijn effectief in het stimuleren van verduurzaming. Dat blijkt wel uit het aantal zonnepanelen op de Nederlandse daken en het groeiend aantal elektrische auto’s op de weg. Maar welke maatregelen moet de Nederlandse overheid de komende jaren nemen om het duurzaam verwarmen van woningen te stimuleren? De meerderheid van de Nederlanders (53 procent) zou het liefst meer subsidies voor hybride oplossingen zien, terwijl ongeveer een kwart (26 procent) vindt dat er meer geld moet komen voor subsidie van elektrische warmtepompen.

Gezamenlijk klimaatdoelen realiseren
“Het is aan ons als leverancier om samen met de installateurs de consumenten erop te wijzen dat iedereen zijn steentje bij kan dragen”, stelt Ronald Mazurel, Manager Product Management bij Vaillant. “Dat zien we ook terug in de cijfers: als volledig van het gas af gaan simpelweg niet haalbaar is, blijken veel mensen bereid een hybride oplossing te overwegen. Ik verwacht dat de verduurzaming de komende jaren in stroomversnelling gaat komen. Hopelijk slagen wij er gezamenlijk in om de klimaatdoelen tijdig te realiseren.”

[pt_view id="697245dw9m"]

  • mei 20, 2021
  • 124 views
Prefab installatie-unit ontzorgt installateur bij grootschalige renovatie

Onder de noemer ‘Fit to Fit’ ontwikkelt Nefit Bosch, samen met ketenpartners, oplossingen om op installatiegebied snelheid en efficiëntie te realiseren. Woningcorporatie Talis en Dura Vermeer hebben in Nijmegen de primeur bij de vervanging van in totaal 220 sociale huurwoningen in de aardgasvrije wijk Jerusalem. Voor dit project is een all-in-one skid ontwikkeld waarin alle installatiecomponenten plug & play zijn voorgemonteerd.

Dura Vermeer past het  sloop-/nieuwbouw product ‘Blokje Om’ toe; een beproefd houtbouwproduct waarbij telkens een woonblok tot aan de bestaande fundering wordt gesloopt en binnen twintig werkdagen wordt teruggebouwd. In aansluiting daarop ontwikkelde Nefit Bosch in samenspraak met Dura Vermeer en Installatiebedrijf De Leeuw uit Boven-Leeuwen een klantspecifieke all-in-one skid. Een complete prefab installatieruimte die bij Nefit Bosch in Deventer op maat wordt geconstrueerd. Daarin worden alle installatiecomponenten geplaatst en ingeregeld, al het leidingwerk wordt voorgemonteerd. Na levering wordt de skid in de woning gehesen voor het dak erop gaat, waarna aansluiten een kwestie is van plug & play.

Complete installatie-units
De skid voor het Nijmeegse project meet 1,20 x 1,30 meter en bevat een 300 liter Nefit zonneboiler, een pv-omvormer, een Bosch Tronic Heat 3500 elektrische cv-ketel, een Bosch Tronic TR5000 doorstroomtoestel en een WTW-unit van collega-fabrikant Zehnder. Enkele van de units zijn uitgevoerd als hybride installatie en voorzien van een gasketel. Op het dak van elke woning worden twee Nefit SolarLine zonnecollectoren geplaatst. ‘Het zonneboilersysteem voorziet de woning het grootste deel van het jaar van zowel warmte als warm tapwater’, legt accountmanager business development Arjan van Eldik van Nefit Bosch uit. ‘Het doorstroomtoestel zorgt voor naverwarming van de zonneboiler, de elektrische cv-ketel springt alleen waar nodig bij. Andere varianten zijn ook mogelijk. We kunnen naar wens ook een all-electric warmtepompoplossing of een hybride combinatie van een warmtepomp en een hr-ketel in de all-in-one skid plaatsen.’

Rol installateur blijft onveranderd
Wat Nefit Bosch betreft blijft de installateur ook bij de ‘Fit to Fit’ prefab oplossingen zijn vertrouwde rol in de keten vervullen. Maar omdat installerend Nederland kampt met een tekort aan gekwalificeerd technisch personeel kan de installateur ook volledig worden ontzorgd. Nefit Bosch levert dan als onderaannemer de skids direct op de bouwplaats aan, waar de installateur ze alleen nog hoeft aan te sluiten. Hierdoor zijn er op de (bouw)locatie minder mensen nodig. Bovendien wordt veel tijdwinst geboekt en worden faalkosten geminimaliseerd.

  • mei 17, 2021
  • 132 views
De opkomst van luchtgebonden warmtepompen

Enkele jaren geleden geloofde een groep warmtepompadepten nog heilig dat grondgebonden systemen de toekomst hadden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Ja, ze zijn belangrijk, maar het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo innoveren en de markt veroveren.

“Bij de bodemgebonden systemen vindt weinig innovatie plaats”, vertelt Jan Bosch, die sinds 2007 als Manager Marketing Communications werkzaam is bij Nefit Bosch, fabrikant van zowel lucht- als bodemgebonden warmtepompen. “Het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo doorontwikkelen.” Martin Wendels, sinds 2010 directeur van WOLF Energiesystemen, dat eveneens beide systemen op de markt brengt, komt min of meer tot dezelfde conclusie. “De markt groeit gestaag door. Ik merk echter dat luchtgebonden systemen sneller marktaandeel veroveren. Dat gaat ten koste van de bodemgebonden varianten.”

Rendement
Dat heeft onder andere te maken met de dimensionering, het ruimtebeslag en de kosten van bodemgebonden systemen. In alle gevallen ben je ongunstiger uit dan met een luchtgebonden variant. Bovendien kruipen die qua rendement zo zoetjes aan ook meer in de richting van bodemgebonden varianten.

Koudemiddelen
Een heet hangijzer zijn de koudemiddelen. De regelgeving stuurt steeds meer aan op het gebruik van koudemiddelen met een lagere GWP, om het milieu te beschermen. Tegelijkertijd proberen fabrikanten, uiteraard, het rendement omhoog te krijgen. Dat leidt tot een verwoede zoektocht naar nieuwe alternatieven voor bestaande populaire koudemiddelen als R410A. “Natuurlijke koudemiddelen zijn duidelijk in opkomst”, vertelt Wendels. “Zeker bij luchtgebonden varianten, waarvoor ik denk dat R290 hét koudemiddel van de toekomst is.” Knelpunt blijft natuurlijk de beschikbaarheid van monteurs met een F-gassen certificaat. Hoewel opleiders en fabrikanten aangeven dat er veel animo is voor trainingen, blijkt menig installateur nog niet over de juiste papieren te beschikken. Dat verklaart ook de groeiende populariteit van monoblock-systemen, die zonder F-gassen handelingen worden geïnstalleerd.

Totale oplossing
Bosch signaleert dezelfde ontwikkelingen. Naast propaan (R290), ziet hij ook R32 en R454C aan populariteit winnen. Daarnaast lijkt de luchtgebonden warmtepomp steeds meer als een onderdeel van een totale systeemoplossing te worden beschouwd. “Dat heeft ook te maken met de pandemie. Er is meer aandacht voor het binnenklimaat, dus ook voor de samenhang tussen bijvoorbeeld lucht-lucht warmtepompen, ventilatie en airconditioning.”

Digitalisering
Overigens heeft diezelfde pandemie ook een gigantische push gegeven aan de digitalisering van de installatiebranche. Denk bijvoorbeeld in de aanpalende sanitairsector aan bewegingssensors en aanrakingsvrije kranen. Wat betreft warmtepompen neemt de behoefte aan software en tools voor online monitoring, bediening en integratie met GB-systemen toe, vertelt Bosch. Energiemanagement gaat een cruciale rol spelen in de toekomst. Naar verwachting komen er meer decentrale opslagslagsystemen – lees accu’s – die geïntegreerd worden in Smart Grids. Vroeg of laat worden warmtepompen zelfsturend, waardoor ze in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen over het tijdstip én de draaiuren die ze maken. Bijvoorbeeld op het moment dat er een overcapaciteit is aan groene energie op de markt. Op die manier bespaart de eindgebruiker op zijn energierekening.

Geluidsnorm
Er verschijnen regelmatig verhalen in de media over de geluidsproductie van warmtepompen. Vandaar dat de Rijksoverheid heeft ingegrepen. “Per 1 april zijn nieuwe geluidseisen gesteld aan (nieuw te plaatsen) buiten opgestelde installaties voor warmte- of koude opwekking. Het gaat hierbij om warmtepompen en airco’s die worden toegepast bij woningen en woongebouwen. Deze installaties mogen niet meer dan 40 dB geluid veroorzaken bij de buren. Met deze landelijke geluidsnorm worden buren beter beschermd tegen geluid van warmtepompen en wordt de ontwikkeling van stillere warmtepompen bevorderd”, aldus de Rijksoverheid.

Haalbaarheid
Deze nieuwe eisen vormen geen belemmering voor de verdere doorgroei van luchtgebonden systemen, geven zowel Wendels als Bosch aan. “Door een ander type ventilator te gebruiken met roterende waaiers en een vast schoepenwiel kunnen wij bijvoorbeeld prima voldoen aan de eisen”, legt Wendels uit.

Waterstofketel
Gaat de waterstofketel op termijn een bedreiging vormen voor het marktaandeel van warmtepompen? Zowel Bosch als Wendels verwachten van niet. Zo zijn er nog fikse stappen te zetten voordat er een waterstofeconomie is in Nederland, zegt Wendels. “Denk aan de productie van groene waterstof en het gereedmaken van de bestaande gasinfrastructuur voor het transport van waterstof.” Bovendien zit ‘de concurrentie’ ook niet stil, zegt Bosch. Ook warmtenetten en elektrische verwarming zijn of worden aantrekkelijke alternatieven om de warmtevraag in de gebouwde omgeving in te vullen. Tot slot verwachten beide experts dan er meer warmtepompsystemen op de markt komen die aansluiten bij binnenstedelijke condities. En dat is nu juist net de omgeving waarvoor veel experts de waterstofketel in gedachten hadden.

Hybride oplossingen
Het zou overigens ook zomaar kunnen dat waterstofketels deel gaan uitmaken van hybride oplossingen, merkt Bosch op. Op dit moment worden hybride systemen met ketels en warmtepompen door een deel van de markt gezien als de ideale oplossing om in een sneltreinvaart de energietransitie te doorlopen in de bestaande bouw. Op die manier hoef je namelijk minder/geen geld te investeren in flankerende maatregelen, zoals extra isolatie en een ander afgiftesysteem. Bovendien wordt er ook geanticipeerd op een groeiende koelingsbehoefte in de gebouwde omgeving.

Dit is voorproefje van een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ, editie juni (verschijnt 29 juni a.s.). De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

[pt_view id="993250d4lo"]

  • april 23, 2021
  • 221 views
Plug and play warmtepomp doorstaat strenge winterperiode

“De strenge vorstperiode deze winter was voor ons een geschenk uit de hemel; en niet alleen vanwege de ijspret buiten”, zegt Jacco Langebeeke. Hij is de ondernemer achter Vloerverwarming Nederland, die zich de laatste jaren steeds breder met verduurzaming van woningen bezighoudt. “Wij hebben zelf een warmtepomp ontwikkeld en laten die maken in Slovenië. Deze werkt zonder buitenunit maar met toevoer en afvoer van lucht door gaten in het dak. Je tilt hem zo de trap op en binnen een halve dag doet hij het. Toen het een aantal dagen erg koud werd konden we zien dat het binnen lekker warm bleef, terwijl het huis pragmatisch geïsoleerd is, dus niet helemaal ingepakt met buitenisolatie. Ik heb de huurders in Deurne ook gebeld; ze zijn heel tevreden.”

De innovatie maakte onderdeel uit van een totaalconcept voor rijwoningen, waaraan ook Artention en Green Men bijdroegen. De pilot werd gesteund via een DEI+ subsidie, een subsidieregeling van TKI Urban Energy regeling met budget van het ministerie van BZK, die door RVO.nl wordt uitgevoerd. In de regeling is ook dit jaar negen miljoen beschikbaar voor pilots en demonstraties op het gebied van aardgasvrije woningen, gebouwen en wijken. De subsidie kan oplopen tot 45% van de kosten.

Opschalen
“We bedienen nu ook particulieren”, zegt Langebeeke. “We zijn nu een woning van gasgestookte stadswarmte af aan het halen in Utrecht. Ik wil gecontroleerd maar snel opschalen. Dat kan door weinig marge te maken per woning en onze aanpak te standaardiseren. Met grote aantallen bouw je dan toch een gezonde onderneming. We blijven nu door de bank genomen binnen de energierekening voor een woning die energieneutraal is en aardgasvrij, achterstallig onderhoud en maatwerk daargelaten.”

[pt_view id="202d891x2j"]

  • april 22, 2021
  • 130 views
Brede coalitie: vóór 2030 minstens 1 miljoen hybride warmtepompen

Vanaf 2024 moeten ieder jaar minimaal 100.000 hybride warmtepompen worden geplaatst in woningen en gebouwen. Een brede coalitie van maatschappelijke organisaties wil dat een nieuw kabinet daarvoor 600 miljoen euro vrijmaakt. Techniek Nederland, Natuur & Milieu en Netbeheer Nederland vinden dat een grootschalige inzet van hybride warmtepompen nodig is. Volgens de ‘Coalitie HR-Hybride’ moeten er vóór 2030 1 miljoen tot 2 miljoen hybride warmtepompen zijn geïnstalleerd. Dit zou een besparing opleveren van 1,3 tot 2,6 megaton CO2. Zo’n besparing is een substantiële bijdrage aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord en de aangescherpte CO2-eisen van 55% van de Europese Unie.

Het aardgasvrij maken van woningen en woonwijken wil nog niet vlotten. Het tempo ligt ver beneden de afspraken uit het Klimaatakkoord en de ambities van het huidige kabinet. Daarom is volgens de Coalitie HR-Hybride grootschalige toepassing van hybride warmtepompen nodig. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Woonwijken aardgasvrij maken, daar gaan we mee door. Maar als we op koers willen blijven voor het Klimaatakkoord en de Parijs-doelstellingen zijn hybride warmtepompen een onmisbare tussenstap.”

Tot 70% besparing op aardgas
Jaarlijks worden ruim 400.000 cv-ketels op aardgas vervangen. De coalitie wil dat installateurs waar mogelijk een nieuwe hr-ketel combineren met een hybride warmtepomp. Een hybride warmtepomp is relatief eenvoudig te plaatsen en levert de bewoner direct een besparing op tot 70% op het aardgasverbruik voor verwarming. Directeur Marjolein Demmers van Natuur & Milieu: “Hybride warmtepompen zijn beter voor het klimaat dan de traditionele cv-ketel. Daarom is het belangrijk deze verwarmingstechniek te stimuleren.”

Geen belemmering voor wijkaanpak
Plannen voor aardgasvrije woonwijken en de plaatsing van hybride warmtepompen hoeven elkaar niet in de weg te zitten. De Coalitie HR-Hybride richt zich op woonwijken die voorlopig niet aardgasvrij worden en op wijken waar gemeenten kiezen voor hybride als duurzame warmtevoorziening voor de komende jaren. Directeur Dick Weiffenbach van Netbeheer Nederland: “In een later stadium kunnen deze woningen alsnog aardgasvrij worden gemaakt. Maar laten we tot die tijd de CO2-uitstoot zoveel mogelijk beperken. Dan profiteert de huizenbezitter of huurder bovendien direct van een lagere energierekening.”

Stimuleringsprogramma
De Coalitie HR-Hybride wil de toepassing van hybride warmtepompen samen met de overheid gaan stimuleren. Dit moet onder meer gebeuren met een groot aantal voorbeeldprojecten, productinnovatie en monitoring van de prestaties van hybride systemen. Daarnaast is het opleiden van extra vakbekwame warmtepompmonteurs een belangrijk onderdeel van de plannen.

Extra subsidie voor woningbezitters
De Coalitie HR-Hybride vindt dat een nieuw kabinet tot 2026 jaarlijks 120 miljoen euro extra vrij moet maken. Dat geld maakt subsidie voor woningbezitters mogelijk. De Coalitie verwacht dat vanaf 2026 geen subsidie meer nodig zal zijn. Door innovatie en lagere product- en plaatsingskosten zal de hybride warmtepomp woonlastenneutraal worden. De Coalitie HR-Hybride wil samen met de overheid een voorlichtingscampagne opzetten om de voordelen van hybride warmtepompen onder de aandacht te brengen. De campagne zal zich richten op woningbezitters, maar ook op professionele opdrachtgevers, zoals woningcorporaties.

Exportkansen
Een stimulans voor hybride warmtepompen biedt ook kansen voor de export van Nederlandse producten en kennis. Duitsland is één van de Europese landen die de komende tijd juist overschakelen op aardgas voor het verwarmen van woningen. Nederlandse bedrijven kunnen in die landen helpen om de CO2-uitstoot verder te verlagen met warmtepomptechnologie.

[pt_view id="aad1cb6q13"]

  • april 16, 2021
  • 141 views
Natuurlijke koudemiddelen: waar blijft die massale overstap?

Hoewel het proces met horten en stoten op gang moest komen, zit de vaart er nu wel in. Nederland is grootscheeps aan het verduurzamen. Logischerwijze verwacht je dan ook een massale overstap op natuurlijke koudemiddelen in de warmtepompbranche. Maar dat gebeurt vooralsnog niet. Waarom?

Miranda Groot Zwaaftink is sinds voorjaar 2018 Projectmanager Techniek, Veiligheid & Milieu bij de NVKL. NVKL is de brancheorganisatie van leveranciers en erkende installateurs in klimaatbeheersing en koudetechniek. Daarvoor werkte ze onder andere jarenlang bij het Rijksvastgoedbedrijf. Een professional met een schat aan kennis dus over de gebouwde omgeving.

Allereerst: welke koudemiddelen zijn nu erg populair bij bodemgebonden warmtepompen?
“Dat zijn eigenlijk voornamelijk synthetische varianten, zoals R410A, R134A en R407C. Die keuze wordt door de fabrikanten bepaald. Ook propaan, butaan en CO2 wordt toegepast, maar nog niet in grote getallen.

Hoe zit dat met de luchtgebonden systemen?
“R410A is nog erg populair, maar R32 is in opkomst. Dat laatste koudemiddel heeft een lagere GWP-waarde dan R410A. In geval van lekkage is er dus minder bijdrage aan het broeikaseffect. Maar met een GWP-waarde van 675 is dit nog steeds veel groter dan bij natuurlijke koudemiddelen. Daarom vinden natuurlijke koudemiddelen steeds beter hun weg in de sector. Bijvoorbeeld CO2 voor hoge temperatuurverwarming, maar met name propaan wint aan populariteit, vooral als koudemiddel in monoblock-systemen.”

Welke synthetische koudemiddelen hebben nu of krijgen binnen afzienbare termijn te maken met uitfasering?
“Vanaf 2020 is het verboden om in nieuwe installaties synthetische koudemiddelen te gebruiken met een hogere GWP-waarde dan 2500. Vanaf 2025 komt daar nog bij dat airco- en warmtepompsystemen met een koudemiddelhoeveelheid tot 3 kilo alleen nog maar synthetische koudemiddelen mogen bevatten met een GWP-waarde die lager is dan 750.”
Hoe ziet het totaalplaatje er nu uit: wat is het marktaandeel van natuurlijke koudemiddelen in de warmtepompbranche?
“Als we kijken naar warmtepompen voor de woningbouw en kleine utiliteit, dan ligt het nog onder de 10%.”

En als we ons richten op de toekomst: welke synthetische koudemiddelen hebben een flink marktpotentieel?
“Naast R32, is de volgende generatie synthetische koudemiddelen de HFO’s.  Deze hebben een GWP-waarde onder 150. De bekendste op dit moment is R-1234ze, deze wordt gebruikt in grotere systemen.  Als alternatieven voor R410A worden, R452B en R466A genoemd. Deze koudemiddelen worden anno 2021 nog niet in de kleinere warmtepompen toegepast. In dit segment wordt gekoerst op natuurlijke koudemiddelen, met name propaan.

En hoe zit het met natuurlijke koudemiddelen?
“Propaan heeft uitstekende eigenschappen voor zowel laag als hoog-temperatuur

ruimteverwarming en warmtapwaterproductie en wint aan populariteit bij de kleinere systemen. Daarnaast is CO2 erg geschikt voor de productie van warmtapwater. Ammoniak, wordt veelal in industriële warmtepompen toegepast.

Zal de hoeveelheid koudemiddel in warmtepompsystemen sowieso minder worden de komende jaren?
“Ik denk van wel. Fabrikanten zijn voortdurend bezig om systemen te ontwikkelen die dezelfde prestaties leveren bij een kleinere koudemiddelinhoud. Dan ligt het wel in de lijn der verwachting. Daarbij speelt ook mee dat er voor warmtepompen die brandbare koudemiddelen gebruiken boven de 150 gram strengere voorwaarden gelden op het gebied van veiligheid. Dus als fabrikant blijf je liever onder die grens zitten. De verwachting is wel dat deze grens opschuift naar 500 gr.

Hoe kan het dat de branche nog niet massaal is overgestapt op natuurlijke koudemiddelen?
“De grote Aziatische spelers volgen de wereldmarkt. Op mondiaal niveau is er nog geen trend richting natuurlijke koudemiddelen ingezet. Bij ons ligt dat anders, maar fabrikanten gaan geen aparte systemen produceren voor de kleine Nederlandse markt.”

Tot slot: warmtepompen winnen aan populariteit, merk je al bij de installateurs dat ze zich aan het bijscholen zijn op het gebied van koudemiddelen?
“Als je het hebt over synthetische koudemiddelen wel, er is een wettelijke verplichting voor een F-gassen certificaat. Vrijwel alle koudemiddelen met een lage GWP-waarde zijn (mild) brandbaar, CO2 werkt onder hoge druk en ammoniak is giftig. Het is van groot belang dat ondernemingen en monteurs over voldoende kennis en competenties beschikken om veilig te kunnen werken met deze alternatieven. Bij natuurlijke koudemiddelen is er pas een certificatieplicht bij een vulhoeveelheid van 5 kg koolwaterstoffen. Wij zouden graag een borging zien van de vakbekwaamheid van personen en kwaliteit van bedrijven en lobbyen daar ook voor op Europees niveau bij de herziening van de F-gassenverordening.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.n

  • maart 22, 2021
  • 253 views
Vooral dankzij verduurzaming blijft omzet Bosch in pandemietijd stabiel

Ondanks de pandemie van het coronavirus handhaafde Bosch Thermotechnology in 2020 zijn omzet op het niveau van het voorgaande jaar: 3,5 miljard euro. Aan de productzijde droegen vooral de trend naar elektrificatie en de uitbreiding van de activiteiten op het gebied van airconditioners en warmtepompen bij aan het succes. Jan Brockmann, voorzitter van de Bosch-divisie Thermotechnology: “Met onze producten voor verduurzaming, elektrificatie en digitalisering hebben wij een bijdrage geleverd aan de energietransitie in de bouwsector. Hiermee zullen we winstgevend blijven groeien.”

Elektrische toepassingen winnen steeds meer aan belang als technologisch pad in de verwarmings- en airconditioningssector, omdat ze energie bijzonder efficiënt gebruiken en omzetten. Daarom kondigde Bosch Thermotechnology in 2019 aan 100 miljoen euro te investeren in de uitbreiding van zijn warmtepompactiviteiten, met een focus op eenvoudig te installeren systeemoplossingen. “Deze investering en een aanzienlijke toename van het aantal medewerkers hebben ons een duidelijke stap voorwaarts gebracht: in 2020 noteerden we al een groei van 22,5 procent in warmtepompen in de hele EU, en in Duitsland groeide de warmtepompactiviteit zelfs met 48 procent. In 2021 zullen we blijven investeren in onze warmtepompactiviteiten en hier vooral ook in de opleiding van onze klanten om hen te helpen de sprong naar elektrificatie te maken. Dit zal onze groei versnellen en de mate van elektrificatie en dus CO2-reductie van huishoudens vergroten”, legt Jan Brockmann uit.

Regionale strategie
Met ontwikkelingscentra in Tranås (Zweden) voor Noord-Europa, in Wernau (Duitsland) voor Centraal-Europa en in Aveiro (Portugal) voor Zuid-Europa is Bosch Thermotechnology goed gepositioneerd om de Europese markt voor residentiële warmtepompen, die het grootste deel van de wereldmarkt uitmaakt, te bedienen. Om tegemoet te komen aan de verschillende eisen van de klanten, volgt de onderneming een regionale strategie in de EU met productassortimenten die zijn afgestemd op de betreffende regio en die succesvol is gebleken: in Noord-Europa, de meest volwassen warmtepompmarkt, vertegenwoordigt deze verwarmingstechnologie meer dan 90 procent van de markt. De nadruk ligt daar op optimalisatie van de prestaties.

Systeembenadering
In Centraal-Europa ligt de focus op de systeembenadering. Hier wil Bosch vooral groeien met warmtepompen in combinatie met ventilatiesystemen en met de Bosch Energy Manager voor geoptimaliseerd stroomverbruik in huis. Voor Zuid-Europa is het belangrijk om het portfolio uit te breiden met goedkope productalternatieven. Daartoe heeft Bosch Thermotechnology in 2020 een joint venture opgericht met Electra Industries Ltd. Electra Industries, met het hoofdkantoor in Rishon (Israël), is goed gepositioneerd op de Israëlische HVAC-markt. Het bedrijf heeft ervaring op het gebied van onderzoek en ontwikkeling en momenteel ongeveer 300 mensen in dienst. De twee partners zijn voornemens samen te werken bij de ontwikkeling en productie van omkeerbare warmtepompen. Naast zijn eigen productportfolio zal Bosch Thermotechnology van de nieuwe joint venture een warmtepompenportfolio betrekken dat speciaal is toegesneden op de Midden- en Zuid-Europese markt. De joint venture is bedoeld om de twee partners te helpen de kansen te grijpen die zich voordoen in de snel groeiende markt voor omkeerbare warmtepompen.

Elektrificatie
“Onze visie is om de huizen in Europa te elektrificeren - met regionaal aangepaste warmtepompen en hybride apparaten die het beste van twee werelden bieden. In alle regio's hechten wij bijzonder veel belang aan een eenvoudige installatie voor onze handelspartners en een eenvoudige bediening voor onze eindklanten. Wij bieden systeemoplossingen voor bestaande en nieuwe gebouwen die alle gebruikssituaties dekken en begeleiden onze klanten op hun weg naar elektrificatie met een breed scala aan ondersteunende diensten”, aldus Jan Brockmann.

Waterfstof
De overschakeling op klimaatneutrale systemen is een essentieel onderdeel van de EU Green Deal die alle EU-landen tegen 2050 CO2-neutraal moet maken. Voor een CO2-neutraal energiesysteem is het onontbeerlijk om de verwarmingsmarkt volledig in beschouwing te nemen, aangezien een groot deel van de uitstoot hier zijn oorsprong vindt. Bosch Thermotechnology zet in op multi-technologische oplossingen die - parallel met elektrificatie - waterstof (H2) als milieuvriendelijke energiedrager van de toekomst beschouwen. Waterstof is gemakkelijker op te slaan dan elektriciteit en kan worden gedistribueerd via het bestaande gasnet. “Voor een CO2-neutraal energiesysteem hebben we naast elektrificatie ook een waterstofstrategie voor de verwarmingsmarkt nodig. Verbrandingstoestellen zullen de komende decennia belangrijk blijven, en daarom investeren wij nu al in een H2 Ready portfolio. Wij zijn duidelijk voorstander van een multi-technologie-aanpak en zijn voorbereid op elke weg om de klimaatdoelstellingen te bereiken”, zegt Jan Brockmann.

H2 Ready-ketel
Om de mogelijke toepassingen op de verwarmingsmarkt te demonstreren, presenteerde Bosch Thermotechnology in november 2020 het prototype van een nieuw wandverwarmingstoestel, de H2 Ready-ketel, aan een internationaal publiek in zijn vestiging in Worcester in het Verenigd Koninkrijk. De nieuwe cv-ketel kan aanvankelijk werken op conventioneel aardgas of een waterstofbijmenging tot 20 procent. Zodra het lokale netwerk is overgeschakeld op waterstof, kan de cv-ketel binnen een uur worden omgeschakeld op volledig gebruik van zuivere waterstof door slechts enkele aanpassingen uit te voeren. Het eerste veldtesttoestel draait sinds september 2020 op zuivere waterstof in een eengezinswoning in Groot-Brittannië. De introductie van de eerste H2 Ready HR-ketel in het Verenigd Koninkrijk is gepland voor 2022 als onderdeel van een door de overheid gefinancierd demonstratieproject, en verdere openbare demonstratieprojecten op grote schaal zullen volgen.
Praktijktest in Nederland
In Nederland voert Bosch Thermotechnology ook de eerste praktijktests uit met betrekking tot het gebruik van waterstof in de verwarmingssector, waaronder het Uithoorn-project. Samen met steke partners zoals Nefit Bosch bouwde de netbeheerder Stedin het aardgassysteem van woningen om op waterstof. Bestaande installaties worden zo gebruikt om te testen welke aanpassingen moeten worden gedaan om verwarmingssystemen en aardgasnetten voor te bereiden op volledig gebruik van waterstof.

Industriële boilers op waterstof
Bosch Thermotechnology biedt ook al industriële boilers aan die werken op 100% waterstof of die H2 Ready zijn, d.w.z. aanvankelijk op aardgas werken maar later kunnen worden omgebouwd om pure waterstof te gebruiken. Eind 2020 leverde Bosch Industrial een nieuwe H2 Ready-ketel voor industriële toepassingen die in de toekomst een zagerij in Wunsiedel (Duitsland) van thermische energie zal voorzien. Bosch Thermotechnology levert zo ook een bijdrage aan de klimaatbescherming in de industriële sector.

Brandstofcel op waterstof
Voor een duurzame energievoorziening is Bosch bovendien bezig met de ontwikkeling van de solid oxide brandstofcel (SOFC), die ook met waterstof kan werken. In 2024 willen Bosch en zijn samenwerkingspartner Ceres Power uit Horsham (VK) beginnen met de serieproductie van gedecentraliseerde energiecentrales op basis van SOFC's. Bosch mikt op een productiecapaciteit van ongeveer 200 megawatt per jaar. Dit is genoeg om ongeveer 400.000 bewoners van elektriciteit te voorzien. Bosch zal enkele honderden miljoenen investeren in de geplande serieproductie. De productie zal plaatsvinden op de locaties Bamberg en Homburg alsmede op de locatie Wernau van Bosch Thermotechnology en de ontwikkeling zal plaatsvinden in Stuttgart-Feuerbach en Renningen (Duitsland).

Groeimarkt airconditioning
In het kader van de elektrificatie van de bouwsector zal Bosch Thermotechnology ook zijn gamma van energie-efficiënte airconditioning-units voor huishoudelijk gebruik en voor de commerciële sector uitbreiden. Deze units werken efficiënt als ze niet alleen voor koeling worden gebruikt, maar als lucht/lucht-warmtepompen ook voor verwarming. Dit is een gangbare toepassing in kleinere eengezinswoningen of flats in warmere streken zoals Zuid-Europa of Azië en voor commerciële VRF-systemen (variabele koelmiddeldoorstroming) in alle streken, bijvoorbeeld in hotels en winkelcentra. In veel regio's van de wereld - intussen ook in Centraal-Europa - is airconditioning onmisbaar in woongebouwen en commerciële panden om een aangenaam en gezond temperatuurniveau in het gebouw te creëren. “Met onze airconditioners willen wij een bijdrage leveren aan gezondheid en welzijn en tegelijkertijd ook een duurzame bijdrage leveren aan de CO2-besparing in deze bedrijfstak”, legt Jan Brockmann uit. Airconditioning is een wereldwijde groeimarkt, goed voor twee derde van de totale HVAC-markt en kent een hogere marktgroei dan de segmenten verwarming en sanitair warm water. “Ons doel is om onze positie in de airconditioningsector in beide segmenten aanzienlijk te versterken en ook hier de motor te zijn voor energie-efficiënte technologieën”, benadrukt Jan Brockmann.

Digitale diensten met focus op de comfortbeleving
De coronapandemie met lockdowns en uitreisbeperkingen heeft de mogelijkheden van de digitale transformatie duidelijk aangetoond. Daarom zijn digitale services en online klantenondersteuning twee gebieden waarin Bosch Thermotechnology fors investeert. De focus van de uitbreiding ligt op comfortbeleving. Het bedrijf biedt installateurs en handelspartners zoals planners, projectontwikkelaars en architecten digitale oplossingen en diensten die hun werk vergemakkelijken: van het digitale Partner Portal tot online trainingen en van technologiefora voor bijscholing tot grote digitale evenementen. “Onze ervaring in 2020 heeft aangetoond dat digitalisering nieuwe kansen voor ons opent. Het is belangrijk dat we geen standaardoplossingen gebruiken, maar ons digitale aanbod afstemmen op de individuele behoeften van onze verschillende klantgroepen. We zijn overspoeld met inschrijvingen voor sommige van onze online opleidingen. Onze klanten waarderen het dat wij hen veilige en tegelijkertijd innovatieve manieren van contact en interactie bieden. Juist in tijden waarin persoonlijke contacten sterk aan banden worden gelegd, biedt de uitbreiding van onze digitale diensten ons de mogelijkheid om onze sterke merken nog sterker te maken en nog beter te verankeren in het klantenbewustzijn”, aldus Thomas Bauer, lid van de directie en verantwoordelijk voor verkoop en marketing.

[pt_view id="ce81a9byrw"]

  • december 14, 2020
  • 133 views
Waarschuwing van toezichthouder voor drie warmtepompmerken

Uit een toezichtactie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) naar de naleving van de prestatie-eisen voor warmtepompen bleek dat de fabrikanten van drie van de 14 gecontroleerde merken niet konden aantonen dat ze voldeden aan de technische eisen voor energie-efficiëntie, geluid en beperking gevaarlijke stoffen. De overige 11 merken scoorden voldoende tot goed.

De fabrikanten, importeurs en distributeurs van de drie warmtepompmerken ontvingen een waarschuwingsbrief van de ILT, waarop ze direct zijn gestopt met het op de markt brengen van deze producten. Daarnaast is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geïnformeerd omdat deze apparaten op de lijst Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) stonden. De RVO heeft de lijst aangepast op basis van de ILT-bevindingen.

Onvoldoende, onjuiste of onvindbare informatie
Ook blijkt dat door onvolledige of slecht vindbare informatie en/of het gebruik van andere parameters in reclame-uitingen het voor installateurs, consumenten en zakelijke gebruikers moeilijk is om te bepalen welke warmtepomp een goede keuze is voor het gebouw of huis. Daarnaast kunnen zij de prestaties van warmtepompen niet goed vergelijken, omdat ze onvoldoende toegang hebben tot de volledige productinformatie. Het gebrek aan informatie over verplichtingen voor een eigenaar van  warmtepompen met gefluoreerde broeikasgassen kan bovendien leiden tot onnodige uitstoot van broeikasgassen tijdens installatie, onderhoud en afdanken van de warmtepomp. De ILT heeft de gecontroleerde fabrikanten, importeurs en distributeurs schriftelijk gewezen op de tekortkomingen. In hun reactie gaven zij aan hoe ze de documentatie gaan verbeteren. Tot slot constateert de ILT dat het lastig is voor consumenten en zakelijke gebruikers om te achterhalen aan welke eisen installateurs moeten voldoen en welke installateur gecertificeerd, erkend en geschikt is.

Mogelijke risico’s warmtepompen
Verwarming heeft met 41% het grootste aandeel op het totale energiegebruik van Nederland. Bij Nederlandse huishoudens heeft verwarming zelfs een aandeel van 80%, waarvan 64% voor verwarming  van de woning en 16% voor warm tapwater (Bron: Energie Beheer Nederland, Infographic 2020: Energie in cijfers). In de overgang naar duurzame, alternatieve warmtevoorzieningen is de toepassing van warmtepompen de afgelopen jaren sterk toegenomen. Consumenten en zakelijke gebruikers moeten kunnen rekenen op betrouwbare (informatie over) warmtepompen, vindt ILT. Ook daarom is het belangrijk dat fabrikanten en importeurs zich houden aan de wet- en regelgeving.

Ongewenste effecten en naleeftekorten
In een eerdere verkenning door de ILT naar mogelijke risico’s bij warmtepompen kwamen omstandigheden naar voren die kunnen leiden tot ongewenste effecten en naleeftekorten. Zoals hogere CO2-uitstoot en energiekosten, omdat de efficiëntie lager is dan toegestaan of opgegeven door de fabrikant. Of minder comfort omdat gekozen is voor een warmtepomp die ongeschikt blijkt voor de woning of het gebouw. Andere risico’s zijn lekkage van broeikasgassen en geluidsoverlast.

Wet- en regelgeving
Bij het ontwerp dienen fabrikanten het potentiële, ongewenste milieueffect voor warmtepompen zo laag mogelijk te houden (Richtlijn Ecodesign 2009/125/EG en Verordening EU 813/2013). Daarnaast mogen elektrische en elektronische apparatuur maar een beperkte concentratie van bepaalde gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld lood en kwik) bevatten (Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur en RoHS-richtlijn EU 2011/65). Tot slot, moet onnodige uitstoot van F-gassen worden voorkomen (Verordening betreffende gefluoreerde broeikasgassen EU 517/2014 en het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen).

Over de toezichtactie
Uitgangspunt voor de selectie was de ISDE-apparatenlijst (december 2018) van de RVO met hierop circa 3.500 type warmtepompen waarvoor subsidie wordt verstrekt. Warmtepompen die in 2018 minder dan 10 keer een subsidie hebben ontvangen, zijn niet meegenomen in de selectie. De resterende 350 types (24 merken) zijn ingedeeld naar grootte van marktaandeel; van elke categorie is de helft van de merken willekeurig geselecteerd voor controle door de ILT. In totaal heeft de ILT warmtepompen van 14 merken gecontroleerd.

Uitgelicht: Vereniging Warmtepompen blij met onderzoek ILT
De Vereniging Warmtepompen (VWP) verwelkomt het vandaag door de Inspectie Leefomgeving en Transport gepubliceerde rapport ‘Warmtepompen; Toezichtactie naleving producteisen’. De VWP vindt het, namens haar leden, belangrijk dat opdrachtgevers, installateurs en eindgebruikers middels het zogenaamde ErP-label over de juiste, objectieve, informatie beschikken om te komen tot een passende apparaatkeuze. De vereniging zegt verder content te zijn dat van de veertien onderzochte merken het overgrote deel voldoet. Tegelijkertijd baart het de VWP zorgen dat er blijkbaar enkele leveranciers zijn waarbij de productinformatie volgens ILT niet direct aan de conformiteitseis voldeed. ‘Wij respecteren de handhaving door ILT omdat misinformatie kan leiden tot verkeerde apparaatkeuzes en dat kan leiden tot onzekerheid of zelfs wantrouwen in de markt en daarmee het behalen van de doelstellingen van de energietransitie hinderen’, aldus de VWP.

[pt_view id="1fa90c4318"]

  • december 10, 2020
  • 145 views
Zonnewarmtenet kan bestaande wijken energieneutraal maken

Een zonnewarmtenet blijkt technisch en financieel haalbaar om bestaande wijken te verduurzamen en aardgasvrij te maken, zo heeft een consortium van wetenschappers en bedrijven onder leiding van de TU Delft aangetoond. Het consortium heeft dit concept technisch uitgewerkt en voor een bestaande Haarlemse jarendertigwijk technisch en financieel doorgerekend. Daarnaast is in een proefopstelling in The Green Village in Delft aangetoond dat het systeem werkt. Hiermee ligt er een ontwerp klaar voor het duurzaam verwarmen van huizen van een hele wijk, zonder dat een externe warmtebron nodig is.

Om de doelen uit het klimaatakkoord te behalen, wordt hard gezocht naar manieren om bestaande wijken en gebouwen te verduurzamen en van het aardgas te ontkoppelen. Het zonnewarmtenet is een van de mogelijke oplossingen die het afgelopen jaar is ontwikkeld en getest. Dit net bestaat uit PVT-panelen (zonnepanelen die zowel warmte als elektriciteit opwekken) op het dak, een zeer lage temperatuur warmtenet gekoppeld aan een warmte/koudeopslag onder de grond en een warmtepomp in iedere woning. Op deze manier worden de woningen op een energieneutrale manier voorzien van warm water, verwarming in de winter en koeling in de zomer.

Slimme verdeling van warmte
Een speciale ‘afleverset’, een kastje met leidingen, pompjes en kleppen, zorgt ervoor dat de warmte van de het warmtenet en de PVT-panelen optimaal benut wordt. In de zomer wordt alle overtollige PVT-warmte via het netwerk in de ondergrondse opslag opgeslagen. In de tussenseizoenen wordt de warmte zowel geleverd door de PVT-panelen als door het netwerk vanuit de warmte/koudeopslag. In de winter wordt de warmte hoofdzakelijk uit de warmte/koudeopslag geleverd, waardoor de warmtepomp een hoog rendement kan halen.  Een proefopstelling van het zonnewarmtenet is gebouwd en succesvol getest op The Green Village op de TU Delft.

Klaar voor duurzame wijkoplossing
De resultaten van de studie in Haarlem en de proefopstelling in Delft zijn overtuigend, aldus de initiatiefnemers. Het ontwerp van het zonnewarmtenet is volledig uitgewerkt. Zo is het benodigde aantal PVT-panelen per woning vastgesteld, maar ook de benodigde temperatuurniveaus voor warmteopslag en warmtedistributie. Daarnaast is getoetst hoe alle regelingen stabiel met elkaar kunnen functioneren. Aan de hand daarvan is geconcludeerd dat het systeem technisch werkt en de huizen in de wijk het hele jaar rond, met behulp van de panelen en het zonnewarmtenet, van genoeg warmte worden voorzien. De opgewekte elektriciteit uit de panelen is voldoende voor het functioneren van de warmtepomp.

Meest duurzame wijkoplossing
Het systeem is daarmee energieneutraal voor de warmtelevering. Ivo Pothof, onderzoeker bij TU Delft en Deltares, is enthousiast over het zonnewarmtenet: “Het is de meest duurzame wijkoplossing voor de bestaande bouw die ik ken, omdat er via de PVT-panelen maximaal gebruik wordt gemaakt van lokale energie. Het concept is uitgebreid vergeleken met andere oplossingen voor bestaande woonwijken en komt in al die vergelijkingen naar boven drijven.’

Financiële haalbaarheid
Ook op financieel gebied blijkt het zonnewarmtenet een interessant concept. Aan het begin moet een forse investering gedaan worden, maar daarna zijn er geen variabele energiekosten meer. Hierdoor is het zonnewarmtenet na enkele jaren goedkoper dan gas en de meeste andere alternatieven. De jaarlijkse kosten bestaan dan alleen uit onderhoud en aflossing van de gedane investering. De eigen elektriciteitsbehoefte van de warmtepomp wordt door de PVT-panelen opgewekt én het elektriciteitsnet hoeft niet te worden verzwaard, omdat er geen piekverbruik is in de winter. Met voldoende participatie uit de wijk en bij een laag rentepercentage is het zonnewarmtenet dus ook financieel een interessante oplossing.

Implementatie
Het consortium, bestaande uit de TU Delft, Deltares, Greenvis, Stichting SpaarGas, Triple Solar, Fortes Energy Systems, de WarmteTRansitieMakers en ENGIE hoopt dat het zonnewarmtenet een gangbare methode wordt om bestaande wijken te verduurzamen.

[pt_view id="33e5d11t4s"]